Bijlage B.
26
sproken en gaf de Commissie aanleiding tot Burgemeester
en Wethouders de vraag te richten of eene spoedige be
handeling van het wetsontwerp op de keuring van waren
in de Tweede Kamer der Staten-Generaal kan worden
verwacht, daar zij, zoo zulks niet het geval mocht zijn,
het alleszins noodzakelijk achtte, dat ook in deze gemeente
eene, al ware het ook slechts tijdelijke, eenvoudige keurings
dienst tot stand kwam, vooral ook met het oog op het
groot aantal surrogaten dat tegenwoordig in den handel
wordt gebracht.
Volgens een daarop ontvangen antwoord van Burgemeester
en Wethouders had de Minister bericht, dat hij hoopte,
dat de nieuwe Tweede Kamer het wetsontwerp spoedig
in behandeling zou nemen, maar dat, zoolang hare samen
stelling niet bekend is, zelfs voor verwachtingen alle grond
ontbreekt.
Burgemeester en Wethouders vonden in 's Ministers
antwoord aanleiding de Commissie uit te noodigen hen
een schema van een tijdelijk op te richten eenvoudigen
keuringsdienst te doen toekomen. Eene sub-commissie
werd uitgenoodigd hierover een voorstel op te maken;
zij was aan het einde van dit verslagjaar nog niet volledig
met dien arbeid gereed.
In de vergadering der Commissie in Februari gehouden,
werd de vraag gedaan of door of vanwege den Centralen
Gezondheidsraad ook onderzoekingen plaats hadden van de
vele, tegenwoordig in den handel voorkomende surrogaten
van thee en koffie. Daarbij werd de mogelijkheid ver
ondersteld, dat het gebruik van deze artikelen gevaar voor
de volksgezondheid zou kunnen veroorzaken. Naar aan-
Bijlage B.
27
leiding hiervan werd besloten ter zake een schrijven te
richten tot den Inspecteur Dr. G. Romijn.
Uit het daarop ontvangen antwoord bleek, dat de In
specteur vernomen had dat de Centrale Gezondheidsraad
deze zaak in behandeling had genomen en dat de Commissie
zoo mogelijk hierover nader bericht zou ontvangen.
Naar aanleiding eener advertentie in de Zutphensche
Courant, waarbij kennis gegeven werd, dat bij de rund
en varkenslagers hier ter stede leverworst verkrijgbaar was,
gefabriceerd door de slagersvereeniging, zooveel mogelijk
onder toezicht van den veearts den heer Heimans, richtte
de Commissie onmiddellijk tot genoemden veearts een
schrijven, met verzoek haar te willen inlichten, in hoeverre
deze leverworst als volkomen vertrouwbaar voor menschelijk
voedsel kon worden beschouwd en voegde er aan toe, dat
de vreemde wijze waarop zijn naam in verband met het
toezicht werd gebruikt, haar tot die vraag aanleiding gaf.
In antwoord hierop ontving de Commissie van den
veearts bericht, dat het niet mogelijk was bij de bewerking
der bestanddeelen, voor de bereiding van de worst
gebruikt, voortdurend toezicht te houden, doch dat het
door hem gehouden toezicht van dien aard was, dat de
worst als volkomen deugdelijk voor menschelijk voedsel
kon worden beschouwd.
In de maand October werd van de Gezondheidscom
missie zetelende te Hoorn ontvangen een afdruk van een
door haar aan den Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel gerichten brief betrekking hebbende op de
verstrekking van extra rantsoenen ten behoeve van zieken