Bijlage B.
16
met te geringe hoogte tusschen vloer en zolder en eenige
andere gebreken. De Commissie meende deze klacht tot
meer normale tijden te moeten aanhouden.
Eene klacht van bewoners der woning Nieuwstadskerk-
steeg N° 9a over vochtigheid dier bovenwoning werd
door de Commissie onderzocht en bleek alleszins gegrond
te zijn.
De Commissie richtte dientengevolge een schrijven tot
den eigenaar der woning, waarbij zij er op wees, dat naar
hare meening de oorzaak der vochtigheid moest gezocht
worden in een gebrek aan dakbedekking of dakgoten en
drong daarbij op afdoende verbetering aan.
Hoewel daarna wel eenige herstellingen werden uitge
voerd, kon de klacht toch niet als opgeheven worden
beschouwd.
Van bewoners eener woning op het Oudewand ontving
de Commissie eene klacht over ongedierte in die woning.
Uit een ingesteld onderzoek bleek haar, dat vooral de
bovenkamer in hooge mate besmet was. Ook vermoedde
de Commissie dat eene daarnaast gelegen woning niet vrij
was van ongedierte. Onder verwijzing naar artikel 68 der
verordening op het bouwen en de bewoning gaf zij
daarvan kennis aan Burgemeester en Wethouders. De
Commissie ontving hierop van dat College bericht, dat
ontsmetting en tevens belangrijke herstellingen aan vloer,
trap en bedstede van de woning der klagers hadden plaats
gehad, maar dat bij herhaald onderzoek in de daarnaast
gelegen woning geen ongedierte was gevonden.
Bijlage B.
17
HOOFDSTUK V.
Openbare en andere gebouwen en getimmerten,
niet vallende onder de Woningwet,
voer- en vaartuigen.
Omtrent de badgelegenheden kan vermeld worden dat de
volksbadinrichting aan den Berkel in dit jaar belangrijke
verbeteringen heeft ondergaan, waaraan in het volgende
jaar nog eenige uitbreiding zal - worden gegeven. Deze
badinrichting zal daarna in meerdere mate dan vroeger
aan haar doel beantwoorden.
Voor het aantal baden wordt verwezen naar bijlage V.
HOOFDSTUK VI.
Scholen, fabrieken en werkplaatsen.
a. Scholen.
Scholen werden in dit jaar door de Commissie niet
bezócht.
Zooals in het vorig jaarverslag vermeld, deelden Burge
meester en Wethouders bij schrijven van 21 December
1917 aan de Commissie mede, dat in de vergadering van
den Raad door sommige leden bezwaar werd gemaakt
tegen de plaats, waarop zij voorstellen de nieuwe school
A/B/C te bouwen, vooral wegens den geringen afstand
tusschen die plaats en de barak voor verpleging van lijders
aan besmettelijke ziekten op het terrein van het Ziekenhuis.