44 De toestand der gemeentelander ij en over 1917 kan over het geheel genomen gunstig genoemd worden. De hooge waterstand in het begin van de maand Januari, die binnen den tijd van eene week rees tot eene hoogte van 8.03 -f N.APwaardoor alle landerijen onderliepen, veroorzaakte nog al aanmerkelijk schade aan de roggeakkers en aan de lage tuinen; vooral ook, omdat in de 2e helft der maand eene strenge vorst inviel en het ijs op de landerijen bleef liggen, waardoor veel van de rogge verloren ging. Aangezien de vorst bleef aanhouden, zelfs zoo, dat op 5 Februari de ljssel geheel was dichtgevroren en de geheele maand dicht bleef, kon men op de bouwlanden en in de tuinen niets uitvoeren, waardoor eerst in de maand April met bezaaiing en beplanting van den grond kon worden begonnen. Ook de werkzaamheden in de weilanden ondervonden daardoor veel vertraging. Hoewel nog zelfs in de maand Mei vrij sterke nacht vorsten voorkwamen, hadden de vruchtboomen daar van weinig geleden. De vruchtenoogst in 1917 was van appels zeer goed en die van peren goed. De waterstand in den ljssel bleef in den zomer op enkele dagen na vrijwel op normaal peil, zoodat de machine niet in werking behoefde te worden gesteld. Wegens gebrek aan benzine was in voorzorg eene locomobiel gehuurd, om, indien het noodig mocht blijken, het overtollige water van de uiterwaarden af te pompen. Het koude en droge weer in het laatst van de maand Mei en begin Juni was niet bevorderlijk voor den groei van het hooigras, vooral voor de hooge gronden, waardoor de opbrengst aan hooi aanmerkelijk 45 minder was dan het vorige jaar. De opbrengst van het hooigras en van de naweiden was hooger; bedroeg deze in 1916 f 43065,95, dit jaar was de opbrengst, van minder aantal H.A. grond, f 47003,terwijl het hooigras van de Oroote Weezenrooi beschikbaar werd gesteld voor de paarden der gemeentereiniging voor eene som van f 785,—. De opbrengst van de op stam staande haver, met ondergras en klaver, op de nieuw aangelegde en verbeterde gronden bedroeg dit jaar f 840,—, die van strooisel en rietgewas f 5848,tegen f 4150,— van dezelfde perceelen in 1916. Het bloot- hooi bracht f 18,— op, terwijl het grasgewas langs de wegen met inbegrip van eenige perceelen hooiland op de uiterwaarden en van de grasgronden tusschen de kribben langs den ljssel tegen het Helbergen verpacht werd voor f 1416,25, tegen f 293,in het vorige jaar. De totale opbrengst van hooigras, de naweiden, het strooisel en rietgewas, het grasgewas langs de buitenwegen, alsmede enkele graslanden op de uiter waarden, het grasland tusschen de kribben en van de haver bedroeg dit jaar f 55267,25 tegen f 48937,75 in 1916, hetgeen een buitengewoon hooge opbrengst is. De opbrengst van 38 koeweiden op het Helbergen, van 16 op de Varkensweide en van den bedekten weg bedroeg dit jaar f 3208,— tegen f 2668,— van 34 koeweiden op het Helbergen en 9 op de Varkensweide in 1916. De opbrengst der gronden, voorheen in erfpacht bij Jonkheer H. A. Coenen, bedroeg dit jaar f 1074,tegen f 936,— in 1916. De drinkwaterkolken in de naweiden werden naar behooren onderhouden in de Ruiterdijksche weiden,

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1917 | | pagina 24