Bijlage L.
56
De cenfrifugaalpompen blijven goed werken. Tenge
volge van hef minder snel toevloeien van het water
naar de verzamelput, en bij het overgaan van het eene
filter naar het andere, moest meermalen extra op het
filter gepompt worden.
Begin Juni liet het zich, mede in het verband met
het groote waterverbruik, aanzien, dat, wanneer geen
maatregelen werden getroffen om meer water op het
Uter te krijgen, er storing in de waterlevering zou
omen. Onmiddellijk werden pogingen aangewend
om een locomobile te huren, teneinde daarmede één
er cenfrifugaalpompen te drijven, die ongeveer 3 Meter
ager, onmiddellijk op de hevelleiding geplaatst zou
worden. Door verschillende omstandigheden kon deze
locomobile eerst op 20 Juni in gebruik worden genomen
Hoewel 5 dagen te laaf, is hierdoor toch voorkomen
af na dien datum storing in de waterlevering onder
vonden werd.
Op Zaterdag 16 Juni toch waren de filters droog en
de remwaterkelder bijna leeg. Tegen 4 uur stond het
water in het hoogreservoir op laagwaterpeil, en werd
het reservoir afgesloten, om nog eenige reserve te
houden, en werd met Iangzamen gang van de machine
naar de stad gepompt. De druk was toen volgens den
manometer 4 a 6 Meter aan het pompstation, en was
vooral uit hooggelegen kranen geen water te krijgen.
mstreeks 5 uur was ook de reinwaterkelder leeg& en
werd de machine tot 6 uur stop gezet. Op dat uur
wer e machine weder in gang gezet, eerst langzaam,
a er op gewonen gang, en kon verder de stad van
water worden voorzien.
Bijlage L.
57
De locomobile bleef tot 16 September in gebruik en
deed gedurende 832 uren dienst. Zooals hiervoor
gezegd, werden in dien tijd verstookt 33840 K.G.
kolen of per uur gemiddeld 40,9 K.G.
Tegen 52561/4 uren pompen naar de stad, werd
gedurende 4679l/2 uur op het filter gepompt, met
inbegrip van de uren van de locomobile.
De firma Doorgeest te Amsterdam, bleef met het
schoonmaken van de ketels belast.
Ook de machines zullen zoo mogelijk het volgende
jaar geverfd worden.
Filters en bronnen.
De filters werden goed in orde gehouden, en op tijd
schoongemaakt en van nieuw zand voorzien.
Zooveel mogelijk werd op filter No. 1 gewerkt,
omreden het waterverlies op filter No. 2 zeer groot
blijft.
De twee in 1913 in gebruik genomen putten blijven
goed voldoen. De in 1909 in gebruik genomen putten
gaan in wateropbrengst achteruit, en zullen het volgend
jaar maatregelen beraamd moeten worden, om daarin
te voorzien. Dit jaar werd niet tot verandering over
gegaan, met het oog op de vele bezigheden, welke
de verplaatsing van de cenfrifugaalpompen mede
brachten.
Nadat gebleken was, na het in gebruik nemen van
de locomobile, dat de wateropbrengst steeg, wanneer
direct op de hevelleiding gepompt werd, werd besloten
de cenfrifugaalpompen in de machinekamer lager te