Bijlage L.
6
IQlfi f°' ZUl!<S mCt inga"g Van 17 Januari
1918, of zooveel vroeger als in de vacature zou zijn
voorzien. Bij besluit van Burgemeester en Wethouders
No DeCenf; 191?' AfdeeIi"g Algemeene Zaken
No. 4328 werd de datum van ontslag vastgesteld op
1 Januari 1918. 1
Zij" plaa's werd b,'j bes'uit van Burgemeester en
uders dd. 4 December 1917, Afdeeling Alge
meene Zaken No. 4328, voor den tijd van 1 ja^ar
benoemd D. E. Hueting, alhier, zulks met ingang van
Januari 1918. Bij besluit van Burgemeester en Wet
houders dd. 11 December 1917, Afdeeling Algemeene
Zaken No. 4284, werd voor den tijd van 1 jaar be
noemd tot 2de klerk W. Remmelink alhier, ingaande
1 Januari 1918.
1nP,e <Ijdelljke werkrnan W. Rietberg keerde 18 Mei
1917 met klein verlof uit den militairen dienst terug
en werd bij besluit van Burgemeester en Wethouders
dd October 1917, Afdeeling Algemeene Zaken
No 3127, met ingang van 5 October d. a, v. tot
vast werkman aangesteld.
De gasmaker A. J. Holmer overleed, na een ziekte
van slechts enkele dagen, op 27 Januari 1917 Zijne
weduwe werd in het genot van pensioen gesteld.
n zijne plaats werd door Burgemeester en Wethou-
WS bij besluit van 27 Februari 1917, Afdeeling Alge
meene Zaken No. 778, met ingang van 2 Februari
Ot gasmaker aangesteld de plaatswerker J. Wullink.
Ter voorziening in de bestaande vacatures bij de
plaatswerkers werden door Burgemeester en Wethou
ders bij besluit van 27 November 1917, Afdeeling
Bijlage L.
7
Algemeene Zaken No. 3899, tot tijdelijke werklieden
aangesteld P. Ruyer en W. Gerritsen, en werden deze
geplaatst in de eerste loonklasse.
Wegens het bereiken van den vereischten leeftijd
werd bij besluit van Burgemeester en Wethouders dd.
23 Januari 1917, Afdeeling Algemeene Zaken No. 335,
met ingang van 28 januari d. a. v. aan den lantaarn
aansteker-poetser G. Brands eervol ontslag verleend.
Zijn pensioen werd bepaald op f 298,
Bij Raadsbesluit van 8 Januari 1917 No. 14, werd
de bij Raadsbesluit van 13 December 1915, No. 429,
bepaalde duurtetoeslag verlengd tot 1 Juli 1917, waarbij
tevens de loongrens werd verhoogd tot f 1100,de
kindertoeslag werd bepaald op f 0,30 voor het eerste
en f 0,20 voor elk volgend kind, terwijl bovendien
aan ongehuwden, mits ze niet als hoofd van een gezin
reeds in de termen vielen voor den vollen toeslag,
een toeslag werd toegekend van f 0,50 per week.
Bij raadsbesluit dd. 2 Juli 1917 No. 9, werd deze
toeslag verlengd tot 30 September 1917.
Door den Raad werd in zijne vergaderingen van 20
Augustus en 1 October 1917 een nieuw werklieden
reglement vastgesteld, terwijl werd ingetrokken het
bestaande, zooals dit werd vastgesteld bij raadsbeslui
ten van 6 Maart 1911, 3 April 1911, 7 April 1913 en
6 Juli 1914 (Gemeentebladen Nos. 199, No. 6 van
1913 en No. 12 van 1914). Dit werkliedenreglement,
opgenomen in Gemeenteblad van 1917, No. 36, trad
in werking op 16 October 1917 met uitzondering van
de artikelen 19 en 21, welke geacht werden op 1 Juli
1917 in werking te zijn getreden. Bij artikel 19 werd