zsy
Bijlage C.
2
redLm.AUSUS,US op zii" ver20ek wegens gezondheids-
denen eervol ontslagen, met ingang van 1 Nov
Ir" d'eZh Raaclszi"inB werd tot leeraar in de Wis
kunde benoemd de beer C. DE Bruyn, docf in de
i en Natuurkunde ie Leiden. Met den benoemde
tonden op de voordracht als No. I Dr. W Maca
lester LOUP ui, 's-Oravenhage, die evenwel had
medegedeeld, dat hij niet in aanmerking wenschte te
komen „egens zijne benoeming
A Weer^T"I °ymnaSiUm' en als No. 3 Dr. H.
A. WEERSMA leeraar aan het Gymnasium te Sneek
Toen de heer De Bruyn, gelijktijdig benoemd tot
■«raar aan de Rijks H. B. S. ,e Alkmaar voor zimé
benoeming te Zutphen bedankte, „erd in de Raad.
tod f w" k4 Th0'" WEERSMA denoemd tot leeraar
heid ,e Snee"k eChter "ege"S Zi'"e Werk2aam-
aanvaarden °P 4
leeraardeinRdedSF"ingnVan °C,°ber werd aan de"
ransche *aal, den heer B. J H M
Timmermans, wegens zijne benoeming tot leeraar
aan het tweede Haagsche Gymnasium, op zijn ver-
zoek met mgang van 1 Nov. eervol ontslag verleend
de heer 6^Jfde Ra^dszitting zijne plaats benoemd
het r AN EWIJK' ,eeraar in het Fransch aan
Gymnasium te Apeldoorn, die op 1 Nov. zijne
betrekking aanvaardde. Met den benoemde was als
Periodöf T" MCi' B' N,mE"E« to Arnhem,
in verhooging van jaarwedde werd met
gang van 1 Februari volgens Art. 12 der Verorde-
mg oegekend aan den leeraar in de Scheikunde,
Bijlage C.
3
Dr. S. POSTMA, en met ingang van 1 Sept. volgens
Art. 2 der Verordening aan Dr. P. A. VAN DER LAAN,
leeraar in de Oude Talen.
Bij Raadsbesluit van 1 Oct., werd de tegemoetko
ming in de reiskosten van den leeraar in de Engelsche
taal, den heer H. TEERINK, wegens de verhoogde
spoortarieven over* 1917 met f 30,vermeerderd.
Deze tegemoetkoming bleef evenwel voor 1918 op
het oude bedrag van f 100,bepaald en in verband
daarmede werd bij Raadsbesluit van 10 Dec. den
heer VAN EWIJK voor hetzelfde doel f 50,— 's jaars
toegekend.
De jaarwedden van de leeraren, aan wie van 18
tot en met 23 wekelijksche lesuren zijn opgedragen,
geregeld in Art. 2 der Verordening, werden bij Raads
besluit van 20 Aug. met f 200,— verhoogd, terwijl
bepaald werd, dat de bedragen van f 2800,en
f 3000,niet na 13 en 18, doch na 12 en 16 dienst
jaren zouden bereikt worden. In verband hiermede
werd Art. 1 in dier voege gewijzigd, dat de jaarwedde
van den rector f 3400,zou bedragen met twee
vierjaarlijksche verhoogingen van f 200,Naar
aanleiding van eene over deze wijzigingen van Art. 1
en 2 der Verordening op de jaarwedden met den
Minister van Binnenlandsche Zaken gevoerde corres
pondentie, werd bij Raadsbesluit van 7 Januari 1918
voor de jaarwedde van den rector een derde vier
jaarlijksche verhooging van f 200,vastgesteld.
Ook Art. 8 en 9 der genoemde Verordening wer
den gewijzigd.
Bij Raadsbesluit van 5 Nov. werd de jaarwedde