Bijlage B. 28 dal de uitkomsten van dit onderzoek, mede in verband met vroegere onderzoekingen, gunstig zijn. De Commissie ontving eene klacht van een bewoner van den Jacob Damsingel, dat het water der waterleiding in zijne woning met vrij was van verontreiniging en daarin o. a. waterdiertjes werden gevonden. De Commissie wendde zich tot den directeur der ge- meentewaterleidmg, bij wien deze zaak reeds in onderzoek bleek te zijn. Volgens een in de maand December ont vangen bericht van genoemden directeur was het gevonden diertje de aselius aquaticus en was het hem, hoewel een vo edig onderzoek werd ingesteld, niet gebleken hoe dit lerje in de waterleiding gekomen was. Hij had reeds het gedeelte der waterleiding op den Jacob Damsin gel schoongemaakt, waarbij eenige exemplaren van dit waterdiertje werden gevonden. Bij een onderzoek in andere gedeelten der leiding ingesteld, bleek hem dat deze ver- ontreimgmg daar niet bestond. De Commissie houdt hare aandacht op deze zaak be vestigd. De Commissie besloot het water van de nieuwe pomp der woningen Weg naar Voorst No. 98 en 100, in bet vorig jaarverslag vermeld, scheikundig te laten onderzoe ken. Uit het rapport van het onderzoek bleek, dat ook dit water nog verre van onberispelijk is. De Commissie meende alvorens eene conclusie te nemen, dat het ge- wenscht was dit water bij lagen waterstand opnieuw te laten onderzoeken. Bijlage B. 29 De bewoners der woningen Tadamastraat No. 23 en 25 klaagden over het water hunner gemeenschappelijke pomp. De Commissie besloot daarop dit water scheikundig te laten onderzoeken. Uit het rapport van den deskundige bleek, dat dit water uit een gezondheidsoogpunt afgekeurd moest worden. De Commissie deed hiervan mededeeling aan Burge meester en Wethouders, onder verwijzing naar Artikel 22 der veroidening op het bouwen en de bewoning in deze gemeente en met bijvoeging van een afschrift van het rapport. Van Burgemeester en Wethouders werd daarna mededeeling ontvangen, dat de eigenaar dier perceelen, na daartoe namens hen te zijn aangeschreven, deze aan de gemeentewaterleiding heeft doen aansluiten. HOOFDSTUK X. Levens- en Genotmiddelen. Gebruiksartikelen. De directeur der Zutphensche broodfabriek zond de Commissie een monster regeeringsmeel (ongebuild tarwe meel), door hem op een grove zeef getrokken uit een willekeurig baaltje van eene partij, hem door de gemeente geleverd en wees in zijn begeleidenden brief op de groote onreinheid van dit meel. Naar aanleiding van het, in de laatstgehouden vergade ring van Voorzitters door den Inspecteur Dr. G. Romijn gesprokene, besloot de Commissie dit monster aan ge noemden Inspecteur te zenden, vergezeld van een afschrift van het schrijven van den directeur der broodfabriek. Zij

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1917 | | pagina 114