52
Verslag omtrent uitgevoerde grondwerken op
een gedeelte der blokken 25, 26 en 32 der
Marschweiden en op een gedeelte van de
Uiterwaarden, overeenkomstig het werkplan ter
verbetering der Landerijen.
Overeenkomstig het door Burgemeester en Wethou
ders bij hun schrijven van 12 Mei 1911, No. 36, aan
den Raad aangeboden werkplan, is bij Raadsbesluit
van 9 November 1913, voor verbetering der Lande
rijen toegestaan, voor den dienst 1914, een bedrag
van f 5000,waaruit de kosten van de navolgende
werken werden bestreden.
De verbetering van de Marschweiden, blok No. 25,
26 en 32, in het verslag van het vorige jaar reeds ge
noemd, waarvoor voor den dienst 1913 f 1802,75 was
uitgetrokken en welk werk na aanbesteding was gegund
aan O. Pieper voor f 1605,kon wegens den hoogen
waterstand niet in dat dienstjaar geschieden, zoodat
in 1914 daarmede werd voortgegaan en het werk op
22 Juni 1914 geheel was afgewerkt en opgeleverd.
De laatste termijn werd daarop aan O. Pieper, aan
nemer van genoemd werk, uitbetaald.
In het geheel is verwerkt 7465 M3. grond, zoodat
211/2 cent per M3. verwerkten grond is betaald geworden.
Gedurende 54 dagen is met 8 werklieden en 57
dagen met 7 werklieden gewerkt, makende te samen
824 dagen, waarvoor is uitbetaald f 1605,— zoodat
na aftrek van een bedrag van f 95,— voor huur van
53
spoor, vervoeren daarvan, aankoop van ijzeren bouten
en huur van 2 kipwagens, blijkt dat bij dit werk per
man en per dag ruim f 1,83 is verdiend.
Er werd gemiddeld ruim 9 uur per dag gewerkt.
Overeenkomstig het werkplan werd eveneens be
gonnen met de verbetering van een gedeelte van den
4en kloot van den nieuwen Rijswaard op de uiterwaar
den gelegen. Dit geschiedde op de volgende wijze:
Door Burgemeester en Wethouders werd in over
leg met de commissie van bijstand voor de landerijen
besloten de uit de havens ten behoeve der uitdieping
te baggeren specie en zand te spuiten op het lage
gedeelte van de weide hierboven genoemd, groot
1 H.A., om deze daarmede op te hoogen en te ver
beteren.
Ongeveer 5000 M3. specie en zand werden gebaggerd
en op het lage land gespoten, hetgeen een uitgave
vorderde van 5000 M3. a f 0,43 f 2150,—.
Dit baggerwerk en het opspuiten van de specie
werd uitgevoerd door J. Prins van Wijngaarden te
Lutten aan de Dedemsvaart, voor f 0,43 per M3.
Op 10 Augustus werd inschrijving gevraagd voor
het onderwerken van de specie op genoemden grond.
De uitslag daarvan was dat G. Pieper, grondwerker
in de Hoven, het laagst had ingeschreven voor de
som van f 750,— wien het werk werd gegund.
Tengevolge van den hoogen waterstand kon eerst
op 7 October met het werk worden begonnen, het
werd echter met kracht voortgezet, zoodat het op 22
December geheel gereed kwam en volgens de voor
waarden was afgewerkt.