"^73
Bijlage M.
22
1914 niet de vereischte 200 M3. hadden verbruikt,
f 69,34 bij betalen.
Uit de in het vorig verslag op blz. 20 gegeven
exploitatie-rekening van het muntgasbedrijf, is duidelijk
gebleken,, dat een prijsverschil van ]/2 cent tusschen
gewoon gas en het munfgas voor de fabriek een aan
merkelijk verlies oplevert, terwijl daarentegen bij een
prijsverschil van 1 cent winst zou zijn verkregen.
Wij zijn van meening, dat men bij het muntgasbe
drijf niet mag uitgaan van het beginsel om meer winst
te maken dan op het gas geleverd over gewone meters.
Daarom werd door ons nagegaan op welke wijze
eene regeling te treffen zou zijn, opdat door de ver
bruikers van muntgas werd betaald de vergoeding
voor de extra te maken kosten (rente en afschrijving
van de waarde van de kosteloos gelegde leidingen
en van de in bruikleen verstrekte toestellen), en zij
het gas, dat meer verbruikt werd dan noodig om die ver
goeding op te brengen, zouden kunnen betrekken tegen
den prijs, vastgesteld voor het gas over gewone meters.
De hierboven bedoelde waarde bedraagt gemiddeld
f 30,— zoodat bij eene rente van 4 en eene afschrij
ving van 6 jaarlijks door den muntgasverbruiker,
boven den prijs van het door hem vérbruikte gas,
gerekend tegen dien over gewone meters, een bedrag
van f 3,— zou moeten worden opgebracht, opdat de
fabriek geen verlies op dit onderdeel van het bedrijf zal
lijden.
Wij gaven U daarom in den loop van dit jaar in
overweging aan den Raad voor te stéllen verandering
te brengen in de Voorwaarden voor de levering van
Bijlage M.
23
muntgas, zoo, dat wanneer een verbruiker in den loop
van een jaar aan vergoeding boven den gewonen gas-
prijs meer opbrengt dan f 3,hem deze meerder
betaalde vergoeding aan het einde van het jaar wordt
teruggegeven.
Tevens stelden wij U voor het daarheen te leiden,
dat aan muntgasverbruikers, zoo dit door hen werd
gewenscht, twee comforen in plaats van één, in bruik
leen te geven.
!n zijne vergadering van 4 Mei 1914 werd door den
Raad in bovenvermelden zin een besluit genomen,
terwijl, bij wijze van overgangsmaatregel, werd bepaald,
dat voor het jaar 1914 terugbetaling zal plaats vinden
boven eene vergoeding van f 2,betaald in de laatste
8 maanden van dat jaar.
Aan 977 verbruikers werd f 882,36 terugbetaald.
150 verbruikers vroegen een 2e comfoor aan.
Na afschrijving van 6 der balanswaarde op 1
Januari 1914 vertegenwoordigden de muntgasinstallaties,
met inbegrip van de toestellen en de meters, op 31
December 1914 eene waarde van f 33153,12 en, alleen
met inbegrip van toestellen en muntmechanisme van
den meter, een waarde van f 23915,79.
Voor een goed overzicht over dit onderdeel van het
bedrijf laten we hier volgen een exploitatierekening,
waarbij (wat betreft rente en afschrijving) is gerekend
over het kapitaal, vastgelegd i.i leidingen, toestellen
en het muntmechanisme van den meter. Het hierop
nog voorkomende nadeelig saldo is een gevolg van
het prijsverschil met het gewone gas van 1I2 cent,
gedurende de eerste vier maanden.