Bijlage B.
VERSLAG van de bevindingen en handelingen
der GEZONDHEIDS-COMMISSIE voor
Z u t p h e n, over het jaar 1913.
HOOFDSTUK I.
A. Personalia.
Ter vervanging van den heer Jhr. C. E. W. van Pan-
huys, werd bij besluit van den Commissaris der Koningin
van Gelderland van 30 Mei 1913 No. 1595/1 tot lid der
Commissie benoemd de heer J. W. Meuter, ingenieur van
den Rijkswaterstaat alhier, die 3 Juni d.a.v. de belofte, be
doeld bij art. 3 der Gezondheidswet, heeft afgelegd.
Bij besluit van den Commissaris der Koningin van 29
Mei 1913 No. 4190/31 is de heer Dr. R. G. Rijkens voor
den tijd van vijf jaren, ingaande 1 Juli 1913 herbenoemd
als lid der Commissie.
Aan den heer F. S. J. Veeze, sedert hare instelling lid
der Commissie, werd bij besluit van den Commissaris der
Koningin van 11 April 1913 No. 2611/60 wegens vertrek,
met ingang van 1 April 1913 eervol ontslag verleend. In
zijne plaats werd bij besluit van den Commissaris der
Koningin van 29 Mei 1913 No. 4190/31 benoemd de heer
B. van der Burg, provinciaal zuivelconsulent, die, na in
Juni d.ai.v. de volgens art. 3 der Gezondheidswet vereischte
belofte te hebben afgelegd, als lid zitting nam, doch wegens
zijne benoeming te Wageningen zich genoodzaakt zag,
reeds in October weder ontslag te vragen. Dit ontslag werd