Bijlage E.
2
Mej. W. A. C. STRUIJK. Op 1 September vertrok de Heer
J. M. BljLO en werd van dezen datum af vervangen
door den tijdelijken onderwijzer, den Heer A. VAN DER
WAL. Mej. STRUIJK en de Heer VAN DER WAL bleven
beiden tot het einde des jaars. In zijn vergadering
van 8 December benoemde de Raad (in de vacatures
Roes en Bijlo) de Heeren J. VAN Loo en W. BOERS,
van wie de Heer J. VAN LOO bedankte voor de be
noeming en de Heer Boers in Maart 1914 in functie
hoopt te treden. Mej. STRUIJK voorziet nog in de
vacature ROES en in de vacature Bijlo is, doordat de
Heer VAN DER WAL vertrokken is, voorzien door de
tijdelijke aanstelling van Mej. O. A. E. Ezerman.
Aan School E.
Geene.
Aan School F.
Geene.
Aan School O.
Mej. M. H. K. Lenderink, door den Raad in zijn
vergadering van 4 November 1912 in de plaats van
Mej. F. Douwes benoemd, aanvaardde op 1 Februari
1913 hare betrekking.
Aan School H.
Mej. A. J. van DEN Berg bekwam 5 Januari 1913
eervol ontslag. Zij werd vervangen door Mej. B. J.
BENDER, die 15 Maart in functie trad.
Tijdens de vacature was Mevrouw C. L. Fahro—
van DEN Berq als tijdelijk onderwijzeres werkzaam.
Bijlage E.
3
Aan School I.
Den lsten Januari trad de Heer G. VAN DER SLEEN,
die 8 October 1912 als opvolger van den Heer
S. Gorter was benoemd, in functie. Met ingang
van 1 Maart werd verlof wegens ernstige ongesteldheid
gegeven aan Mej. H. C. J. WOLSAK tot 1 Juli d. a. v.
Dit verlof werd eerst verlengd tot 1 October, later
tot 1 Januari 1914. Op laatstgenoemden datum trad
zij weer in functie.
Haar plaats werd achtereenvolgens ingenomen door
Mej. A. J. Makkink, tot 1 September, door Mej.
C. H. KLAASSEN tot 1 October en door Mej. B. H.
HAMBERG tot het einde des jaars.
Ter vervulling van zijn militieplichten werd van
2—29 September verlof verleend aan den Heer G. VAN
DER SLEEN. Zijn plaats werd ingenomen door Mej.
B. H. HAMBERG, terwijl de Heer F. L. Fahro met
ingang van 8 September een maand verlof ontving
tot herstel van zijne gezondheid. In zijn plaats werd
tot tijdelijk onderwijzeres benoemd Mej. G. A. E. Ezer-
MAN. Mej. VAN DER Laan vertrok medio September.
Bij raadsbesluit van 28 Juli werd in haar plaats benoemd
Mej. J. A. A. Dijkland, die 1 October in functie trad.
Tijdens de vacature was Mej. H. E. A. J. NlJENHUIS
aan de school verbonden. Bij Raadsbesluit van 20
October werd eervol ontslag verleend aan den Heer
T. VAN LOHUIZEN. In zijn plaats benoemde de Ge
meenteraad den 8sten December den Heer R. van
DER Kleij, die 1 Maart 1914 in functie denkt te treden.