Bijlage B.
26
De Commissie ontving eene mededeeling omtrent de
slechte hoedanigheid van de melk, die verkocht werd door de
Coöperatieve vereening van melkverbruikers alhier. Dit gaf
haar aanleiding een monster van deze melk te doen onder
zoeken. Het resultaat van dit onderzoek was alleszins gunstig.
Onder verwijzing naar hetgeen hieromtrent is vermeld
in het jaarverslag over 1912, merkt de Commissie op, dat
voor het vervaardigen van ijs in de ijsfabriek der Zutphen-
sche Melkinrichting sedert den zomer van dit jaar gebruik
wordt gemaakt van water der gemeente-waterleiding, hetgeen
door de Commissie als eene verbetering wordt beschouwd.
De Commissie besloot de in deze gemeente verkocht
wordende margarine en gepasteuriseerde melk te doen
onderzoeken. Dit onderzoek was aan het einde van dit
verslagjaar nog niet afgeloopen; de resultaten hiervan
zullen in het volgende jaarverslag worden opgenomen.
HOOFDSTUK XI.
Uitvoering en handhaving van wetten en verordeningen.
Van het Gemeentebestuur zijn ontvangen:
1. Verordeningen op de heffing en op de invordering
van rechten voor het verrichten van werkzaamheden door
den Gemeentelijken Ontsmettingsdienst (Gemeenteblad No.
1 van 1913), benevens een bericht, dat deze verordeningen,
ingevolge besluit van Burgemeester en Wethouders van
28 Februari 1913 le afd. No. 854, in werking zullen
treden op 1 April 1913.
Bijlage B.
27
2. Verordening regelende den Gemeentelijken Ontsmet
tingsdienst (Gemeenteblad No. 2 van 1913).
3. Afschrift van het besluit van Burgemeester en Wet
houders, dato 28 Maart 1913 le afd. No. 1111, bevattende
eene nieuwe regeling, ingaande 1 April 1913, omtrent de
plaats waar de aangiften ingevolge artikel 19 der wet van
4 December 1872 Stbl. No. 134, houdende voorziening
tegen besmettelijke ziekte, moeten plaats hebben.
De Sub-commissie in het vorig jaar vermeld, bracht haar
advies uit, over het in 1912 van Burgemeester en Wet
houders ontvangen adres der Nederlandsche Vereeniging
van Schoolartsen. Hieruit bleek dat de Sub-commissie ter
zake niet tot eenstemmigheid mocht geraken.
Na uitvoerige bespreking werd aan Burgemeester en
Wethouders geadviseerd:
dat aangezien de verordening die de Nederlandsche Ver
eeniging van Schoolartsen door den Raad wenscht te zien
vastgesteld, slechts een tijdelijk karakter zal dragen, in af
wachting van de aangevraagde rijksregeling en in aanmerking
nemende, dat in deze gemeente ter zake reeds eene veror
dening bestaat, die hoewel in sommige onderdeden minder
streng, in andere deelen strenger is dan de door bovenge
noemde vereeniging voorgestelde regeling, deze bestaande
verordening naar het oordeel der Commissie voorloopig in
voldoende mate in de behoefte voorziet, zoodat het haar
niet noodig voorkomt aan het verzoek van de Nederlandsche
Vereeniging van Schoolartsen te voldoen.
Door den Hoofdinspecteur werd aan de Commissie ge
vraagd of er hier ter stede ook politiebepalingen bestaan,