-73-
Bijlage B.
4
gadering van 29 Februari en toegezonden aan Z. E. den
Minister van Binnenlandsche Zaken, den Commissaris der
Koningin in Gelderland, liet gemeentebestuur van Zutplien,
aan den Hoofdinspecteur en de Inspecteurs der Volks
gezondheid, alle Gezondheidscommissiën en eenige belang
stellende personen en corporaties.
Door den Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid,
Dr. P. Woltering, werd in dit jaar ten gemeentehuize te
Nijmegen eene vergadering belegd van voorzitters der
Gezondheidscommissiën in Gelderland op 22 October, welke
door den voorzitter der Commissie werd bijgewoond. Van
hetgeen in die vergadering behandeld is, werd verslag uit
gebracht in de vergadering van 31 October. Het gedrukte
verslag zal na ontvangst in de portefeuille circuleeren.
De heer Dr. j. Oudenampsen heeft als afgevaardigde der
Commissie het XVIlde Congres voor Openbare Gezond
heidsregeling te Middelburg op 21 en 22 Juni bijgewoond.
Uit het verslag, daarover uitgebracht in de vergadering van
25 Juli d. a. v., blijkt, dat de voornaamste punten die
onderwerp van gedachtenwisseling hebben uitgemaakt zijn:
1. intercommunale samenwerking op hygiënisch gebied,
ingeleid door den heer Jhr. Mr. Dr. E. A. van Beresteyn.
2. Intercommunale samenwerking bij maatregelen tegen
waterverontreiniging, ingeleid door den heer J. C. H.
Fischer.
3. De Ontsmettingsdienst in verband met de wet van
14 Juli 1910 (Stbl. No. 204) en het Kon. Besl. van 20
December 1911 (Stbl. No. 364), naar aanleiding van het
praeadvies van den heer Dr. Fl. G. Ringeling.
4. Het stofvraagstuk, ingeleid door den heer W. G. C.
Gelinck.
Bijlage B.
5
5. De smetstofdragers in verband met de Volksgezond
heid, ingeleid door den heer Dr. Ch. H. Ali Cohen.
De begrooting voor het jaar 1912, vastgesteld op een
totaalbedrag in ontvangst en uitgaaf van f 1740.wees aan
een bedrag van f 1340.ten laste der gemeente. (Bijlage I.)
De rekening en verantwoording over het jaar 1911 is
in de vergadering van 28 Maart nagezien en voorloopig
vastgesteld. Het batig saldo ten bedrage van 747.82
werd weder bij den gemeente-ontvanger gestort.
Blijkens ontvangen schrijven van 16 April isderekening
en verantwoording door Burgemeester en Wethouders van
Zutplien goedgekeurd.
Aan den Hoofdinspecteur is een afschrift der goed
gekeurde rekening gezonden.
Voor gemeenferekening is in 1911 uitgegeven een bedrag
van f 742.18. (Bijlage II).
De begroofing van ontvangsten en uitgaven voor het
jaar 1913, is in de Vergadering van 25 April vastgesteld
en met de daarbij behoorende memorie van toelichting bij
het gemeentebestuur ingediend. Aan Gedeputeerde Staten
van Gelderland en aan den Hoofdinspecteur zijn afschrif
ten hiervan gezonden. De ten laste der gemeente komende
bedragen van 300 en 930 zijn blijkens schrijven van
Burgemeester en Wethouders van Zutplien, van 6 Dec.
1912, op de gemeentebegrooting uitgetrokken.
Namens Z. E. den Minister van Binnenlandsche Zaken
werd door tusschenkomst van den Floofdinspecteur ver
zocht, hem jaarlijks, te beginnen met 1911, het jaarverslag
te zenden.