132
Zomer- en stoppelknollen.
De opbrengst der zomerknollen was middelmatig,
evenals die der herfst- of stoppelknollen.
Wikken.
De weinige wikken, die hier verbouwd worden, wor
den groen gevoederd.
Opmerkingen aangaande
Pluimgedierte.
Pluimgedierte en eieren worden op de markten door
de boeren aangevoerd. Het aantal ter markt aange
voerde hoender- en eendeneieren bedroeg respectievelijk
1508250 en 3725. Voor de verzending koopt de Ned.
Coop. Eierenverkoop-vereeniging alhier aanzienlijke
partijen eieren op. Ook is de omzet bij de winkeliers
niet onaanzienlijk.
Bijenteelt.
De bijenteelt is hier hoofdzakelijk liefhebberij. Het
getal korven breidt zich niet uit. De opbrengst van
honing was beneden het middelmatige; de prijzen
waren zeer hoog en de kwaliteit vrij goed.
Maatschappijen, genootschappenenz. ter bevordering
van den Landbouw.
De af deeling Zutphen—Warnsveld van de Oeldersche-
Overijsselsche Maatschappij van Landbouw.
De afdeeling is opgericht den 25sten April 1904.
Voorzitter is de Heer S. A. K. Baron van Nagell te
Warnsveld en Secretaris de Heer H. D. Zelders te
Zutphen.
133
Eene landbouwersvereeniging „Zutphensche Boeren
bond. De heer J. Memelink is Voorz. en de heer J. C.
Wijers Secretaris.
De afdeeling Zutphen e. o." van de Nederl. Mij van
Tuinbouw en Plantkunde.
Het Bestuur bestaat uit de h.h.R. Wigman, Voor
zitter, J. H. Hietink, Onder-Voorzitter, D. A. Bos,
Secretaris, H. J. Westendorp, Penningmeester en J. M.
Nengerman.
De tuinlieden Vereeniging „Steunt elkanderop
gericht 21 Januari 1903. De heer J. D. C. Visser is
Voorzitter en de heer B. W. Roelofs Secretaris.
Deze vereeniging stelt zich in hoofdzaak ten doel
den bloei van land- en tuinbouw te bevorderen door
het doen houden van voordrachten en aankoop van
zaden, mest en kunstmest, bij groote partijen.
De Eerste Coöperatieve Boterverkoop-Vereenigino-
van Zuivelfabrieken.
De Naaml. Vennootschap „de Boter mijn' Zutphen.
De Koninklijke Nederl. Coöperatieve Eierenverkoop-
Vereeniging. Directeur: W. C. H. Albrechf.
Misgewas en verlies van oogsten door onweder,
vorst, enz,, kwamen in 1912 niet voor. Van schade
lijke dieren ondervond de landbouwer geen last.
Voor zoover bekend heeft invoer van nieuwe ge
wassen, werktuigen en vee-rassen niet plaats gehad
en werden nieuwe uitvindingen niet toegepast.