Bijlage Yb. 4 lokalen zijn voor het aantal kinderen geheel onvol doende. Hierbij komt, dat de ventilatie veel te wen- schen overlaat, daar de ramen wanneer zij geopend worden, gewoonlijk tocht doen ontstaan. Ook de pri vaten zijn onvoldoende ingericht. De kinderen zijn steeds genoodzaakt, door een koude tochtige gang, deze gelegenheid op te zoeken, die op zich zelf niet anders dan zeer primitief genoemd kan worden. Bewaarschool Hoven. Hier werden 80 kinderen onderzocht. Gezichts scherpte en gehoor konden meestal nog niet met voldoende zekerheid worden nagegaan. Van deze 80 kinderen leden er 5 aan slecht gezicht, 1 aan slecht gehoor, 15 aan adenoïde vegetaties en hypertrophische tonsillen, 13 aan verschillende huidziekten, 2 aan ach terlijkheid, 1 aan verkromming der wervelkolom, 13 aan pediculosis capitis en 1 aan hartgebrek Bij 21 kinderen was de aandoening van dien aard, dat reeds nu geneeskundige behandeling noodig was. Later bleken 3 kinderen behandeld te zijn. Tijdelijk werd de toegang tot de school aan zes leerlingen ontzegd, omdat zij leden aan impetigo contagiosa. Nadat ze behandeld en genezen waren, zijn zij weder op school toegelaten. Ik eindig mijn verslag met ook dit jaar weder mijn dank te brengen aan de hoofden der scholen en het verdere onderwijzend personeel, voor de vriendelijk heid en hulpvaardigheid, mij ook nu weer betoond. E. T1ELEN1US KRUYTHOFF, Schoolarts. Bijlage G. VERSLAG omtrent den toestand der gesubsidieerde BEWAARSCHOLEN in de Gemeente Z u t p h e n, over het jaar 1912, opgemaakt ingevolge art. 26 der voorwaarden, waaronder het subsidie wordt verleend. In het personeelwerkzaam aan de bewaarscholen, kwamen in den loop van het jaar de volgende ver anderingen Wegens huwelijk nam Mej. V. D. AKKER met ingang van 15 April 1912 ontslag als hoofd der Bewaarschool in de Hoven. Onder dankbetuiging voor hare vele goede diensten werd het ontslag eervol verleend door Burgemeester en Wethouders. Van de 14 sollicitanten naar deze va cature werden door de Commissie een 4-tal opgeroepen voor 't geven van eene proefles, waarna de volgende voordracht bij Burgemeester en Wethouders werd ingezonden: 1. Mej. J. VAN DEN BERG, onderwijzeres aan eene bewaarschool te Arnhem, en 2. Mej. A. L. MOLENAAR, hoofd van eene bewaarschool te Makkum. Bij besluit van 19 Maart 1912 werd door Burge meester en Wethouders Mej. J. VAN DEN BERG tot hoofd der bewaarschool in de Hoven benoemd; de Commissie heeft alle reden, om te verklaren, dat deze benoeming eene goede keuze is gebleken te zijn. Aan de school aan den Paardenwal nam de helpster

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1912 | | pagina 143