Bijlage F a. 6 Een zeer nuttige en heilzame inrichting is zeker ook de boschschool, een school voor lager onderwijs met internaat, ver buiten de groote stad in eene gezonde boschrijke omgeving. Kinderen met zwakke consti tutie, scrofulose en beginnende tuberculose, anaemie, worden er ondergebracht voor korteren of langeren tijd op advies van den schoolarts. Het onderwijs gaaf er gewoon door, zoodat de kinderen na de kuur, hun vroegere plaats in de klasse weer innemen, doch in de eerste plaats wordt er gelet op de gezondheid veel in de buitenlucht, goede voeding, baden, zijn de voornaamste voorschriften. In de vierde plaats moeten genoemd worden de leeilingen met spraakgebreken; voor stamelaars en stotteraars bestaan na de schooluren aparte cursussen voor spraakonderricht. Talrijke theoretische vraagstukken werden door ver schillende inleiders besproken, waaronder nog met een enkel woord melding dient gemaakt van die, welke betrekking hebben op 't onderwijs zelf en den' rooster van werkzaamheden. Hierbij heeft men voor namelijk acht te slaan op vier hoofdzaken: le het prestatievermogen (Leistungsfahigkeit) 2e het zich zet ten tot den arbeid (Anregung), 3e de interesse bij den arbeid, en 4e de vermoeienis. Door verschillende psychologische experimenten is men tot de volgende feiten gekomen: le. Bij den aanvang van de school is in 'teerste uur de Anregung groot, ook het prestatievermogen en de interesse bij 't werk zijn goed, terwijl men na afloop nog weinig merkt van psychische vermoeid- Bijlage fa. 7 heidconclusiemen kan beginnen met een tamelijk herseninspannend vak en dan een korte pauze houden voor ontspanning. 2e. In het tweede uur zijn het prestatievermogen en de Anregung het intensiefst, doch de vermoeienis na 3/4 uur zeer merkbaar, conclusie: men kiest voor 't 2de uur het meest inspannende vak en geeft daarna 1/4 uur rust, vooral geen turnen, doch spelen, ontspanning. 3e. In het derde en vierde uur ziet men geleidelijk de 3 eerst genoemde factoren minder worden en de vermoeidheid grooter, dus kiest men hiervoor matig inspannenden arbeid en flinke rusttijden. 4e. Heeft men bijv. een bepaald vak 4 uren in de week te onderwijzen volgens den rooster, dan richt men dit 't beste zoo in, dat 2 maal 2 uur na elkaar wordt gegeven en niet 4 maal 1 uur op verschil lende dagen; in 'teerste geval blijkt de interesse veel grooter en blijft veel meer van de leerstof hangen. 5e. Huisarbeid moet worden beperkt. 6e. Gezorgd moet worden voor een goede slaap. Het zou te ver voeren, om nog meer speciale pun ten weer te geven, het is mijne bedoeling slechts ge weest, in het kort een beeld te geven van de inrich ting eener moderne lagere school. De Schoolarts, E. C. C. VAN LENNEP. Aan den Raad der Gemeente ZUTPHEN.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1912 | | pagina 140