Bijlage E.
2
vanging van den Heer A. VAN OTTERLO, die van
Februari tot September wegens ziekte afwezig was,
was het hoofd der school werkzaam in de ge klasse.'
In de vacature van den Heer W. WlQBOLDUS, eer
vol ontslagen met ingang van 1 Maart, werd benoemd
Mej. H. A. ROOZENDAAL en in de vacature van den
Heer W. P. BLOKPOEL, eervol ontslagen met ingang
van 1 Augustus, werd benoemd de Heer S. Gorter.
Mej. Roozendaal trad 15 Maart, de Heer Gorter
1 September in functie.
Aan school E.
Geene.
Aan school F.
Ter vervanging van den Heer S. J. DE VRIES, die
1 Februari de school verliet, was Mevrouw OvtNK
JANSEN van dien datum tot 1 Mei als tijdelijk onder
wijzeres in functie. Den 1 Mei aanvaardde de Heer
W. BOERS zijn betrekking.
Aan school O.
Mej. H. A. F. Mussert verkreeg met ingang van
1 Juni eervol ontslag. In haar plaats werd benoemd
Mej. J. Thomas, die 1 September haar betrekking
aanvaardde. Van .1 Juni tot 1 September was Mej!
J. Broere als tijdelijk onderwijzeres werkzaam.
Het ziekteverlof van den Heer \V. VAN DER WOUDE
werd verlengd van het begin des jaars tof het einde
der zomervacantie en van 19 Augustus tot 1 Septem
ber werd hem vrijstelling verleend van de middag-
schooltijden.
Bijlage E.
3
Van 1 Februari tot 1 Augustus werd in zijn plaats
geen tijdelijk onderwijzer aangesteld, maar zijn klasse,
de 5de, met de 4de gecombineerd.
Aan school H.
De Heer G. TEN Broeke verkreeg eervol ontslag met
ingang van 24 Maart. De Heer G. Gerbrands, in
zijne plaats benoemd, trad 1 Augustus in functie. In
de vacature werd van 24 Maart tot 1 Augustus voor
zien door eene tijdelijke onderwijzeres, Mej. A. Fric-
KERS. De Heer C. L. Fahro kreeg wegens gezond
heidsredenen van 20 Mei tot de groote vacantie verlof.
Gedurende dien tijd was Mevrouw FAHRO—VAN DEN
Berg als tijdelijk onderwijzeres werkzaam.
Aan school
Mej. C. ZURINK, aan wie eervol ontslag was ver
leend, verliet einde Februari de school. Haar opvolg
ster, Mej. A. Jansen, trad 1 Mei in functie. Van 1
Maart tot 1 Mei was Mej. A. M. HOUTAAR tijdelijk
werkzaam. Met ingang van 15 April werd den Heer
H. J. Sarink 3 maanden verlof verleend wegens on
gesteldheid. Tot 1 Mei werd zijn betrekking waarge
nomen door Mevrouw VAN BRAAMBREEK—KOPPER
van 1 Mei tot 15 Juli door Mej. E. WESTENBERG.
Mej. D. ABRESCH verzocht eervol ontslag en vertrok
einde Juli en 1 September werd de Heer S. GORTER
overgeplaatst naar school D. Van 19 Augustus tot
1 September nam Mej. L. J. KOETSIER de betrekking
waar van Mej. D. ABRESCH, daarna tot het einde van
het jaar die van den Heer S. GORTER. Mej. W. H.
VAN DER Laan werd benoemd in de plaats van Mej.