~U$D
Bijlage D.
4
het Dagelijksch Bestuur der Gemeente en de
Commissie van Toezicht op liet Middelbaar
onderwijs, benevens door den directeur, de
'eeraren en de leerlingen der hoogere burger
school. De Burgemeester, de voorzitter der
Commissie van Toezicht, een leerling der
5de klasse, de directeur en de Oud-dirècteur
spraken hartelijke woorden van afscheid en
legden daarmede getuigenis af van hun
groote waardeering voor den persoon en
den arbeid van den scheidenden leeraar,
wiens verdiensten door de Hooge Regeering
werden erkend door zijne benoeming tot
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, ter
wijl leerlingen en leeraren hem als herinne
ring en blijk van waardeering een schrijf
tafel met bureaustoel aanboden.
Bij Raadsbesluit van 5 Augustus 1912
werd aan den leeraar in de geschiedenis
I. G. de la Fontaine Verweij eervol
ontslag verleend met ingang van 7 October,
wegens zijne benoeming tot leeraar aan de
Koloniale Middelbare Landbouwschool te
Deventer. De school verloor in hem een
uitstekend leeraar, die zijn zware taak
steeds op uitnemende wijze heeft vervuld.
Tot zijn plaatsvervanger werd bij Raads
besluit van 9 September 1912 benoemd de
heer D. BROUWER, leeraar aan de Rijks
hoogere burgerschool te Heerenveen, die 17
November in functie trad.
Bijlage D.
5
Bij Raadsbesluit van 5 Augustus 1912
werd de tijdelijke aanstelling van den leeraar
in de Staatswetenschappen, Mr. Dr. G. L.
van Oosten Slingeland wederom voor
een jaar verlengd.
Bij Raadsbesluit van 9 September 1912
werd tot tijdelijk leeraar in de Duitsche taal,
om les te geven in een der afdeelingen van
de eerste klasse, benoemd de heer H. A. L.
VAN Olphen, leeraar aan de hoogere bur
gerschool te Arnhem en wel ter vervanging
van Mej. WlSSELINK, die voor eene her
benoeming niet in aanmerking wenschte te
komen.
Tevens werd bij Raadsbesluit van den
zelfden datum de tijdelijke waarneming der
lessen in de Nederlandsche taal en letter
kunde gedurende de maand September op
gedragen aan den oud-leeraar P. Kat Pzn-
Tijdens de vacature voor geschiedenis van
7 October tot 17 November werd door de
overige leeraren zooveel mogelijk in de open
gevallen uren voorzien.
Bij besluit van Burgemeester en Wet
houders van 1 November 1912 werd de
leeraar H. F. C. Bos aangewezen om den
directeur bij afwezigheid of ontstentenis te
vervangen.
Het ziekteverzuim onder de leeraren was
wederom niet onbeduidend, terwijl boven
dien de sterke wisseling van personeel veel