Bijlage B. 26 uitgekozen plaats in verband met de resultaten der ge houden proefboringen. De Commissie heeft op het voorstel gunstig advies uitgebracht, maar daarbij haar verlangen te kennen gegeven, dat het water uit de nieuwe putten, al vorens in de leiding te worden gebracht, scheikundig en bacteriologisch door een bekwaam deskundige zal worden onderzocht. Er zijn nu van gemeentewege 2 nieuwe putten geboord op het terrein aan de Oostzijde van den weg naar Vier- akker, op een afstand van 60 resp. 120 M. van den derde der reeds aanwezige putten. Deze nieuwe putten bestaan uit grèsbuizen, wijd 30 cM. Van 25.50 M. 41.50 M. resp. van 26.50 M. tot 43.50 M. onder het maaiveld reiken deze grèsbuizen in de aangeboorde waterhoudende zandlagen zij zijn over die gedeelten geperforeerd en aan de buiten zijde voorzien van een bestorting van 10 c.M. zuiver ge zeefde grint van 3—5 m.M. korrelgrootte, van boven af gesloten met een bestorting van goede klei. Het scheikundig en bacteriologisch onderzoek van het water dezer putten zal geschieden in het Centraal labora torium ten behoeve van het Staatstoezicht op de Volks gezondheid te Utrecht. Door de bewoners van een viertal woningen in de Wambuisstraat werd geklaagd over het water van hun gemeenschappelijke pomp. Uit een ingesteld onderzoek bleek dat de pomp in eenigszins verwaarloosden toestand verkeerde. Het water was vrij helder, doch niet vrij van zand. Bij het scheikundig onderzoek van het water was het resultaat niet onverdeeld gunstig. Bijlage B. 27 De beide eigenaren hebben daarna de vier perceelen aan de waterleiding aangesloten. Naar aanleiding van een geval van febris typhoïdëa bij een melkverkooper, werden de bewoners door den be- handelenden geneesheer gewaarschuwd geen water te ge bruiken uit de zich in dat perceel bevindende pomp, al vorens dit water scheikundig en bacteriologisch was onder zocht. Dit onderzoek had plaats in het Centraal-Laboratorium te Utrecht. Hoewel uit het onderzoek bleek dat het water niet onberispelijk was, meende de Commissie dat het toch niet voor afkeuring in aanmerking kwam. Er werden geen typhusbacillen in gevonden. Het water uit de beide pompen van het Oude-Vrouwen huis in de Groenesteeg werd onderzocht. Daaruit bleek dat het water van de voorste pomp geschikt was voor drinkwater, en dat het water van de achterste pomp afge keurd moest worden. De Commissie deed hiervan mede- deeling aan het bestuur dier instelling met verzoek in plaats van de pomp, waarvan het water was afgekeurd, eene andere watervoorziening aan te brengen, doch in geval daartoe niet werd overgegaan, die pomp dan te voorzien van het opschrift „Schrobwater, ongeschikt voor drinkwater". Aan het laatste is door het genoemde bestuur gevolg gegeven. Ook werd onderzocht het water van de pomp der Sa- reptastichting. Het resultaat van het scheikundig onder zoek was niet onverdeeld gunstig; alvorens tot afkeuring over te gaan vroeg de Commissie een bacteriologisch onderzoek aan in het Centraal Laboratorium ten behoeve van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid te Utrecht.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1912 | | pagina 101