126
15 September 1911: De derde Geneesheer in het
Buitengesticht F. C. A. BRYAN; benoemd de arts
A. Q. van Braam Houckgeest te Buitenzorg.
15 December 1911: de Directrice van het Zieken
huis, Zuster C. G. VISSER; benoemd Zuster D. SCHEL-
TENS, Hoofdverpleegster in het Wilhelmina-Gasthuis
te Amsterdam.
15 December 1911: de Huishoudster in het Zieken
huis Mejuffrouw M. JANZEN; benoemd Mejuffrouw
C. Overweg te Renkum.
Op den 31sten December 1911 bestond het verple
gend personeel in het Stadsgesticht in de Mannenaf-
deeling uit één Hoofd verpleger, één eerste verpleger
en 38 verplegers; in de Vrouwenafdeeling uit ééne
Hoofdverpleegster, 2 eerste verpleegsters en 34 ver
pleegsters.
In het Buitengesticht bestond het verplegend per
soneel op 31 December 1911 uit 2 Hoofdverpleegsters,
1 eerste verpleegster, 37 verpleegsters en 11 verplegers.
De getalsterkte van het in- en uitwonend personeel
in de gestichten bleef dezelfde.
In beide gestichten wordt geregeld door de Genees-
heeren een cursus gegeven in de zieken- en krank
zinnigenverpleging, waaraan al de nieuw aankomende
verplegers en verpleegsters verplicht zijn deel te nemen.
In het Stadsgesticht behaalden 6 verpleegsters en
2 verplegers het le gedeelte van het diploma, 1 ver
pleegster en 1 verpleger het 2de gedeelte en 4 ver
pleegsters en 4 verplegers het 3de gedeelte.
In het Buitengesticht behaalden 8 verpleegsters en
1 verpleger het le gedeelte van het diploma, 2 ver-
127
pleegsters het 2de gedeelte en 6 verpleegsters het 3de
gedeelte.
Badhuis.
Gedurende 1911 werden 1447S baden genomen;
9584 door mannen en 4894 door vrouwen.
Gebouwen.
In het Gasthuis, het Ziekenhuis en op het Groot-
Graffel werden de gebouwen goed onderhouden en
de noodige herstellingen uitgevoerd.
In het stadsgesticht werden eenige keukentjes ge
bouwd bij de verblijfzalen der patiënten en werden
aldaar, zoowel als in het Ziekenhuis, water-closets
geplaatst. Waar noodig, werden de vereischfe binnen-
verfwerken uitgevoerd.
De dubbele woning voor gezinsverpleging op het
Groot-Graffel kwam dit jaar gereed en werd reeds ten'
halve in gebruik genomen.
In het Stadsgesticht werd voorts een kamer inge
richt, speciaal bestemd voor Röntgen-onderzoek.
Boerenerven en landerijen.
De erven en landerijen werden in goeden staat ge
houden. Het achterhuis van het erve „Baltink"
in Almen werd van een nieuwe kap voorzien en de
schuur van het erve „Hulshof' in Almen werd na
den daarin plaats gehad hebbenden brand, geheel
nieuw, van steen met pannen dak, opgebouwd.