124 Geneeskundig gesticht voor krankzinnigen „het Groot Graffet" te Warnsveld. Op 1 Januari 1011 waren aanwezig 189 mannen en 193 vrouwen, samen 382 patiënten. Gedurende 1911 werden opgenomen 53 mannen en 53 vrouwen, zoodat gedurende genoemd jaar verpleegd werden 242 mannen en 245 vrouwen totaal 488 patiënten. Hiervan konden hersteld of ver beterd vertrekken 15 mannen en 12 vrouwen, terwijl werden overgeplaatst naar andere gestichten 12 mannen en 15 vrouwen; 15 mannen en 20 vrouwen overleden, zoodat einde 1911 het aantal verpleegde mannen 200 en het aantal verpleegde vrouwen 199 bedroeg, te zamen 399 patiënten, naar de provinciën hunner her komst verdeeld als volgt: Mannen 4e klasse. Vrouwen 4e klasse. Totaal. Gelderland. 74 72 146 Utrecht. 1 2 3 Groningen. 21 20 41 Drente. 17 19 36 Noord-Holland. 86 82 168 Noord-Brabant. 4 4 Friesland. 1 1 Totaal 200 199 399 125 Bestuur. In het Bestuur kwam geen verandering. Ambtenaren en personeel. Onder de doktoren en het hoofd-personeel kwamen de volgende mutatiën voor: Op verzoek werden eervol ontslagen 9 Februari 1911: De Gestichts-predikant Ds. A. H. SCHOLTE. In zijne plaats werd benoemdDs. J. L. FABER te Zutphen. 15 Maart 1911: De Hoofdverpleegster in het Zie kenhuis Zuster M. MOORA; benoemd Zuster A. C. Koenderink te Doesburg. 1 April 1911: De Huismeesteres van het „Groot Graffel" Mejuffrouw H. A. TOURS; benoemd Mejuf frouw M. E. H. L. LlNDWURM te Apeldoorn. 1 Mei 1911: De derde Geneesheer in het Stadsge- sticht H. WERKMAN; benoemd de arts J. J. L. D. Baron VAN HOEVELL te 's Gravenhage. 1 September 1911 Eervol ontslagen de derde Ge neesheer in het Stadsgesticht J. J. L. D. Baron VAN Hoevell; benoemd de arts J. C. L. Godefroy te Amsterdam. 1 September 1911: De tweede Geneesheer in het Buifengesticht P. A. JONKERS BOTHbenoemd de arts M. H. KLUITMAN te 's Gravenhage. 8 September 1911: Zuster A. H. HONING, Hoofd verpleegster in het Buitengesticht. In de vacature werd door eene tijdelijke kracht voorzien.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1911 | | pagina 64