74
bracht te worden tot het uitpompen van regen en
kwelwater van de uiterwaarden.
Het hooien geschiedde bijzonder vlug, wegens
het aanhoudende drooge weer; het gras, dat de
eene dag gemaaid was, kon den volgenden dag als
hooi naar binnen gehaald worden, daar het bijna
droog op stam was geworden. De lage weilanden
vooral in de Kijfsdijken, welke het vorige jaar geheel
verwilderd en verzuurd waren, door het te lang onder
water staan, werden wegens de langdurige droogte
weêr geheel tam, en kwamen daardoor in betere
conditie.
De opbrengst der grasverpachtingen was dit jaar
ruim 20% lager dan in 1910, die der strooisel en riet-
verkoopingen ongeveer 350% hooger, een prijs als in
geen jaren besteed was. Daardoor kwam de opbrengst
nog ruim boven de raming voor 1911.
De opbrengst der naweiden was eveneens hooger
dan het vorige jaar en wel 25%.
Wegens den lagen waterstand en daarbij de langdurige
droogte was er niet alleen weinig voedsel voor het
vee in de weiden, maar ook kwam er behoefte aan
drinkwater. Drinkkolken, welke bij menschenheugenis
niet droog waren geweest, kwamen geheel droog te
liggen; ook de beken waren geheel droog het gevolg
daarvan was, dat de drinkkolken moesten worden
uitgediept tot op de wellen, om zoodoende drinkwater
voor het vee te verkrijgen.
Van Gemeentewege werd met behulp van de pach
ters daarmede begonnen, en voortgezet, geregeld waren
er 6 a 8 gemeentewerklieden mede bezig, hetgeen
75
ongeveer 2 maanden lang duurde, en nog al groote
uitgaven vorderde.
De inscharing van de naweiden kon voor een groot
deel eerst in October plaats hebben, daar er vóór
dien tijd geen gras was. Enkele pachters hadden hun
vee al op stal gehaald, of brachten hooi in de weiden,
om zoodoende het vee nog te kunnen laten loopen.
Niettegenstaande het voorjaar nog al gunstig was,
en de nachtvorsten weinig schade hadden berokkend,
was het jaar 1911 over het algemeen zeer ongunstig
voor de bouwlanden, en vooral öok voor de groen
tekweekers. De prijzen waren daardoor zeer gestegen;
er werden ongekende prijzen besteed. Daar het weêr
in het najaar nog al gunstig bleef voor de land- en
tuinbouwgewassen, vergoedde dat nog veel aan de
pachters, omdat de prijzen buitengewoon hoog
bleven.
Een gedeelte van het lage strooiselland op de uiter
waarden boven de brug werd opgehoogd met uitge
baggerd zand en modder uit de havens. Ongeveer
'.s H. A. werd nog in dit jaar in orde gebracht, door
het uitgraven van putten, waarin het zand werd ge
bracht, en daarna de vette grond er over keen; het
terrein werd daardoor ongeveer 0,50 M. opgehoogd,
hetgeen bij wijze van werkverschaffing was aanbesteed
voor f 160.05. Behalve dit bleef er nog een stuk grond
groot ongeveer H. A. onafgewerkt liggen, wegens
te hoogen waterstand in de 2e helft van December.
Het opgehoogde gedeelte ligt nu op 5.30 M. -j-A.P.
De hoofdsloot over de uiterwaarden werd over de
geheele lengte zijnde ruim 2500 M. geheel uitgediept