Bijlage P.
30
oftewel iemand anders, by zig in te neemen en te laten
inwoonen, tenzy ziekte of hooge ouderdom dit kwame
te vorderen, wanneer zulks evenwel, vooraf ter kennisse
van de heeren Olderlieden en Gildemeesteren zal moe
ten gebracht en door dezelven toegestaan weezen.
By aldien een inwoonder dezer huisjes kwame te
trouwen ook in geval zoodanig een naar het Bornhof,
als ergens anders verplaats, of door de Diaconie be
steed wierde, ofte naar elders binnen, hetzy buiten de
stad kwame te vertrekken, ook wel zyn huisjen door
een ander liet bewoonen oftewel door den drank als
ander slechte conduite, zich te buitengong, zal de zoo
danige, ter erkentenisse van heeren Olderlieden en
Gildemeesteren van zyn recht van inwooning, dateliik
en voor altoos gerekend en gehouwen worden, vervallen
en verstoken te wezen, alsmeede van zijne preuvinge,
en dateliik uit dit Hofje uitgezet worden.
Ingeval echter iemand der bewooneren met een
ander, op dit hofje woonachtig, kwame te trouwen,
zal zulks ten genoegen heeren Olderlieden en Gilde
meesteren, hun lieden vrystaan, dog als dan een der
twee huisjes aanstonds aan de Broederschap komen
te vervallen en met een der preuvingen weder ter col
latie van gemelde heeren aan een ander staan.
Wanneer een der huysjes koomt te vaceeren, zal
voor de bewooirng van hetzelve door den persoon,
die hiermede begunstigt word, voor en aleer deeze
wooning zal mogen betrekken, in handen van den
tydelyken rentm. ten voordeeele van Anthony Groote
Broederschap voor ziin levenlang, eens en voor altoos,
worden betaald als volgt; voor
Bijlage P.
31
Een huysje op een der twee ryen, op de plaats
staande
Door een persoonf 50 glns.
Door getrouwden„75 glns.
Een huysje, aan de straat uitziende:
Door een persoonf 60 glns.
Door getrouwden100 glns.
Bewoonderen van deeze huysjes zullen jaarlijks, om
de streek van kersmis de boter en de rogge, als reeds
in den jaare 1553 door vrouwe Aleid, Johan Ruyter
huisvrouw, aan de 20. arme huisgezinnen van Ruyters
gang is vermaakt, en volgens verdrag van Heeren
Gedeputeerden in 't Jaar 1611 nader is toegeweesen,
om, voor de halfscheid door de Diacony dezer stad,
aan dezelve te worden uitgereikt, nam. de halfscheid
van een half vat boter en van vijf rnolder rogge.
Bovendien zullen bewoonderen van dit hofje, ofte
die dit by vervolg zullen betrekken, indien dezelve
niet alreeds een preuvinge van boter en brood van
Anthony Groote Broederschap trekken, met de eerste
openvallende enkele preuvinge door de praesente heeren
Olderlieden en Gildemeesteren ex massa bevoorrecht
worden.
De begeving en dispositie over gem. (uitgezondert de
poortierswoning) zal bij tourbeurten, onder gem. voor
waarde geschieden door Olderlieden en Gildemeesteren
van deze Broederschap, zoodat liet eerste openkomende
huysje ter collatie zal staan, van den heer Olderman
uit de magistraat, het tweede ter begeving van den
volgenden heer uit de Ridderschap, het derde van den
heer Olderman uit de Broederschap, en zoo vervolgens,