Bijlage P.
4
Zoo lagen bij de Proostdijsteeg de Keppels, in
de Waterstraat de Stuvenbergs armhuizen en is er
in 1470 sprake van de armhuisjes van wijlen Andries
Iseren Alphartszoon e:i die van wijlen Jacob Hueginck,
welke alle op de Nieuwstad stonden 1).
Ook elders, te Leiden b v., bestemden liefdadige
menschen woningen voor hetzelfde doel 2).
Zoo deed te Zutphen o.a. de familie Ruyters 3). Met
dat oogmerk kochten reeds in 1512 Zwene, dochter van
Oerrit Ruyters, en Anne, dochter van Lambert Holt-
snider, eene woning in de Bakkerstraat en in 1546
Henrick Ruyters, zoon van Oerrit Ruyters Jr., eene
woning in de Gasthuisstraat 4).
Dicht bij die woning lieten in 1571 Henrick Ruyters
Gerritsz. en diens echtgenoote (Geertruid van der Heil)
nog eenige armhuisjes zetten, waarvoor men een ge
denksteen plaatste met het volgende opschrift 5):
1) De aanteekening over de armhuizen van Iseren en
Hueginck is ontleend aan Kentenissen, hs Kreynck, blz. 44.
2) Blok, Eene Hollandsche Stad in de Middeleeuwen, blz. 267.
3) Zie over de familie Ruyters (ook Ruyter, Ruiter, Ruter
en Ruetters genaamd) de mededeelingen van den heer
Werner in den Geld. Volks-Almanak, jaarg. 1891, blz. 40
en verv., en jaarg. 1894, blz. 192, alsmede Algemeen Neder-
landsch Familieblad, jaarg. 1891, blz. 107-108, blz. 143-144,
en jaarg. 1892, blz. 69-71 en blz. 95.
4) De acten van die aankoopen in 1512 en 1546 bevin
den zich in het archief van het Ruitershofje.
5) Blijkens eene losse aanteekening in het archief van het
Ruitershofje.
Bijlage P.
5
ANNO 1571. HEBBEN HENRICK
RUITTER GERRIT SOE, EN JOFFER
GER1TRUIT VA HELLE SI HUISFROW DESE
ARMEN HUISE DOE MAEKEN 1).
Langen tijd bleef het collatierecht dezer woningen
in het bezit der familie Ruyters.
Door het overlijden evenwel op 19 Maart 1638 van
Lumme Ruyters, weduwe van Casijn van der Heil,
kwam dat recht aan diens familie 2).
De laatste uit dit geslacht, die het uitoefende, was
Casijn van der Heil tot de Wildbaan en Vierakker
(geb. in 1644, overl. 25 Sept. 1732), raad en president
van het Hof van Gelderland. Aangezien hij voor zich
de overtuiging had, dat het niet van zijne „conve-
nientie" was, noch van die zijner kinderen, van wie er
wel nimmer één zich te Zutphen zou vestigen, om
,,'t opsicht ende de besorging" over de Ruyters' woningen
te houden, stond hij in Juni 1729 zijn recht van collatie
af aan mr. Joost Schomaker', stadhouder van het land-
drostambt der graafschap Zutphen, die reeds in 1726
de administratie over die woningen voerde.
Tevens verbond zich de heer Casijn van der Heil,
om jaarlijks in November tachtig gulden te betalen
aan den collator, zijnde de rente der 2000 gulden, door
Johan Ruyters bij „beslotene dispositie" aan de bewo-
1) Op de laatste letters van soe, va, si, huise en doe
staat een liggend streepje.
2) Zie bijlage II.
Zie over de familie Van der Heil de mededeelingen van
den heer Werner in den Geld. Volks-Almanak, jaarg. 1891,
blz. 32 en verv., alsmede d' Ablaing van Giessenburg,
De Ridderschap van Veluwe, passim.