Bijlage B. 34 B- Roggebrood. Als monster werd bij 20 bakkers een half K. G. rogge brood gekocht, waarvoor betaald werd 4, 41/2 of 5 cent. De kleur van de monsters liep weinig uiteen wat betreft de fijnheid viel er meer verschil op te merken en waren de nummers 14 en 15 zeer grof van korrel. De jeuk was van alle monsters goed, alleen van No. 9 iets zuur. De smaak was normaal, alleen van No. 6 onaangenaam en muf en van No. 9 zuur met onaangenamen nasmaak. Het aschgehalte is bepaald na aftrek van het gehalte aan keukenzout en berekend op droge stof. water Asch- Num- Naam van den leverancier, gehalte gehalte 1/2 K.G. mer. 5 cent Bijlage B. 35 Beoordeeling. De codex alimentarius noemt roggebrood ondeugdelijk van samenstelling, wanneer het watergehalte van de kruim hooger is dan 60 procent; we zien, dat alle monsters be neden die grens blijven. De nummers 6 en 9 zijn waarschijnlijk uit meel, dat in ondeugdelijken toestand verkeerde, gebakken en dus on deugdelijk van samenstelling volgens den codex. Wat het aschgehalte betreft, stelt de codex denzelfden eisch als aan wittebrood, lil. dat dit niet hooger dan 1,0 procent mag zijn en we zien dus, dat geen der monsters hieraan voldoet. Hierbij kan ongeveer hetzelfde opgemerkt worden als bij wittebrood; er is dus geen reden om aan eene minerale bijmenging te denken, maar de oorzaak zal allicht gelegen zijn in het gebruikte meel; bovendien schijnt de eisch van den codex in vergelijking met andere opgaven wat streng te zijn. Volgens den codex verkeert No. 6 wegens onaangena men, muffen smaak en No. 9 wegens een zuren smaak met onaangenamen nasmaak in ondeugdelijken toestand. Uit het onderzoek blijkt, dat een voortdurende controle van dit voedingsmiddel gewenscht, zoo niet noodzakelijk is.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1911 | | pagina 132