Bijlage B. 32 Beoordeeling. Volgens den Codex alimentarius verkeerde No. 9 dus wegens verbranden korst in ondeugdelijken toestand, even als No. 23, dat slecht gebakken was en vol klonters zat. Hetzelfde geldt van No. 22 wegens een zuren en van No. 23 wegens een zwak duffen reuk. Verder acht de Codex een brood in ondeugdelijken toestand te verkeeren, wanneer de zuurgraad hooger is dan 4 en hier vallen dus onder No. 6, 9, 22 en 25. Eindelijk nog verklaart de Codex een brood in ondeug- delijken toestand te zijn, wanneer het korstgehalte hooger dan 27 procent is en hieronder vallen dus 9 en 19. De Codex acht een brood ondeugdelijk van samenstelling: 1. indien het gemiddeld watergehalte hooger is dan 45 procent, of het watergehalte van de kruim hooger is dan 50 procent (hier blijven alle monsters beneden) 2. indien het aschgehalte, na aftrek van het gehalte aan keukenzout en berekend op droge stof, hooger is dan 1 0 procent. Hieraan voldoen dus niet 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8 17 18 20 21, 22, 23, 24, 25, 26 en 27. Aan eene vervalsching met krijt, magnesiet, gips, zwaar- spaath of andere minerale bestanddeelen valt hier niet te denken dan zou het aschgehalte veel meer gestegen zijn. De oorzaak zal hier gezocht moeten worden in de qualiteit van het meel, dat door de bakkers gebruikt wordt. De codex onderscheidt toch voor tarwebloem de volgende meeltypen „Patent" met een aschgehalte van 0,240,52 „Bakkersbloem" 0,53-0,70 Bijlage B. 33 „Achterbloem" met een aschgehalte van 0,711 80 „Voermeel" i*8l-^3,'l5 Het is duidelijk, dat op deze wijze het te hooge asch gehalte verklaard kan worden. Wanneer we nu het onvoldoende bakken buiten rekening laten, dan zijn op de nummers 1, 2, 3, 4, 5, 6 7 8 17, 18, 19, 20, 21, 24, 26 en 27 elk één aanmerking te maken, op de nummers 9, 23 en 25 elk twee en op num mer 22 drie aanmerkingen. Het onderzoek heeft dus aan het licht gebracht, dat hoewel er geen bepaalde vervalsching geconstateerd werd' het toch noodig is, dat er voortdurend op dit voedings middel dient gelet te worden.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1911 | | pagina 131