Bijlage B. 10 c. Verontreiniging van lucht stank van fabrieken enz.) Verschillende klachten over verontreiniging van de lucht zijn door de commissie behandeld Stank van konijnen, die in een kelder werden gehouden. Last van rook van de rookerij eener worstfabriek. Stank van een slachtplaats aan de Noorderhaven. De verzameling van slachtafval op den Gasthuiskamp heeft ook dit jaar wederom tot ernstige klachten aanleiding gegeven. Door de politie is medegedeeld, dat de verza meling is opgeruimd en gedekt is met grond, zoodanig dat er geen mesthoop meer te zien en geen stank aanwezig is. Een klacht over een bewaarplaats van lompen is over gebracht aan Burgemeester en Wethouders. De verzame ling zou stank verwekken en oorzaak zijn van ratten en ander ongedierte. Door B. en W. is een afschrift overge legd van een door de politie ingesteld onderzoek, waaruit blijkt, dat de lompen wekelijks worden opgeruimd. De aanwezige lompen waren reukeloos en konden evenmin oorzaak zijn van het voorkomen van ratten. Bij de Gemeente Reiniging werd dit jaar verbetering gebracht in de verzameling der afvalstoffen uit slachterijen. Tot nog toe werd deze afval met een kar bij de slagers afgehaald, waartoe de tonnen, waarin de slachtafval werd verzameld, eenvoudig op straat in de kar werden leegge stort. Thans zijn voor dit doel wisseltonnen in dienst ge steld. Deze tonnen zijn voorzien van een deksel met gummi-sluitingde deksels worden door drie schroefbeu- gels op de tonranden geklemd, zoodat zij de tonnen luchtdicht afsluiten en deze reukeloos vervoerd kunnen Bijlage B. 11 worden. Voor de gevulde tonnen, die dus gesloten bij de slagers worden weggehaald, worden ledige, die op de mestplaafs telkens worden schoongemaakt en gedesinfec teerd, in de plaats gesteld. Door deze verandering is een groote verbetering tot stand gekomen. d. Begraafplaatsen. Hieromtrent zijn geen mededeelingen te doen. HOOFDSTUK IV. Volkshuisvesting. Zooals reeds in het jaarverslag over 1910 is medege deeld zijn bij Raadsbesluit van Februari 1911 onbe woonbaar verklaard 5 woningen aan de Lievenheersteeg, 9 aan de Polsbroek en 6 aan den Kanonsdijk. De tijd voor de ontruiming gesteld, was bij gemeld Raadsbesluit bepaald op drie maanden, te rekenen van den dag waarop de tijd tot voorziening tegen het besluit tot onbewoonbaarverklaring verstreken was. Na afloop van dezen termijn deelde een der eigenaren aan de Commissie mede, dat een huurder van een der afgekeurde woningen, de woning nog niet ontruimd had. Nadat de huurder er op was gewezen, dat ingevolge artikel 20 der Woningwet Burgemeester en Wethouders onverwijlde ontruiming van een onbewoonbaar verklaarde woning kunnen gelasten, is de huurder vertrokken. Naar aanleiding van een klacht omtrent den slechten

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1911 | | pagina 120