Bijlage B.
10
In het vervoer van den afval van slachterijen naar de
mestbergplaats is nog geen verandering gebracht, evenwel
is op de gemeente-begrooting over 1911 een post uitge
trokken voor het aanschaffen van 50 ijzeren wisseltonnen
met hermetisch sluitende kleppen voor het vervoer van
slachtafval en een wagen om de tonnen naar de mestberg
plaats te brengen.
D. Begraafplaatsen.
Omtrent de begraafplaatsen aan den Warnsveldschen weg
en den weg naar Hengelo zijn geen mededeelingen te doen.
HOOFDSTUK IV.
Volkshuisvesting.
Het verslag over het systematisch woningonderzoek in
de Gemeente Zutphen is in 1910 gereed gekomen en ge
drukt.
Ten einde geleidelijk voort te gaan met afkeuring van
woningen, die door de Commissie ongeschikt ter bewoning
werden geacht, zijn aan het Gemeentebestuur aangewezen
20 woningen:
5 aan de Lievenheersteeg
9 aan de Polsbroek
6 aan den Kanonsdijk in de Hoven.
Alle woningen waren in zoodanig vervallen toestand,
Bijlage B.
11
dat deze door het aanbrengen van herstellingen niet in
bewoonbaren staat waren te brengen.
Twaalf woningen waren onbewoond, terwijl de eigenaren
verklaarden deze niet meer te verhuren, omdat ze niet meer
bewoonbaar waren.
Toch meende de commissie ook deze woningen ter
onbewoonbaar verklaring te moeten aanwijzen, teneinde
te voorkomen, dat zij wellicht later nog betrokken zouden
worden.
De aangewezen woningen zijn bij besluit van den Raad
van 6 Februari 1911 onbewoonbaar verklaard, zoodat
thans, sedert de invoering der woningwet, onbewoonbaar
verklaard zijn 75 woningen. Als ongeschikt ter bewoning,
indien niet de noodige verbeteringen werden aangebracht,
zijn aangewezen 18 woningen, waarvan 7 zijn afgebroken
en 11 hersteld.
De commissie meent, op deze wijze voortgaande, het
best te kunnen medewerken aan de verbetering van den
woningtoestand waar eenerzijds de kosten van het bouwen
van goede woningen aanmerkelijk zijn verhoogd, anderzijds
door afkeuring de vraag naar woningen toeneemt, daar is
te vreezen, dat de huurprijzen verhoogd zullen worden,
hetgeen de moeilijkheid om aan diegenen, die hoogstens
een gulden in de week kunnen verwonen, goede woningen
te verschaffen, zeer zou vergrooten. Vandaar, dat naar
het oordeel der commissie, het onbewoonbaar verklaren
nooit op zoodanigen grooten schaal mag geschieden, dat
ook maar eenigszins woningnood ontstaat.
Het Bestuur van de David-Evekink Stichting heeft be
sloten wederom een blok van 50 arbeiderswoningen te