88
Geneeskundig gesticht voor krankzinnigen
„het Groot Graf/el" te Warnsveld.
Op 1 Januari 1910 waren aanwezig 192 mannen
en 183 vrouwen, samen 375 patiënten.
Gedurende 1910 werden opgenomen 45 mannen
en 43 vrouwen, zoodat gedurende genoemd jaar
verpleegd werden 237 mannen en 226 vrouwen,
totaal 463 patiënten, hiervan konden hersteld of ver
beterd vertrekken 9 mannen en 15 vrouwen, terwijl
werden overgeplaatst naar andere gestichten 16 mannen
en 11 vrouwen; 23 mannen en 7 vrouwen overleden,
zoodat einde 1910 het aantal verpleegde mannen 189
en het aantal verpleegde vrouwen 193 bedroeg, te
zamen 382 patiënten, naar de provinciën hunner her
komst verdeeld als volgt:
Provinciën.
Mannen
4e klasse.
Vrouwen
4e klasse.
Totaal.
Gelderland.
71
67
138
Utrecht.
10
15
25
Groningen.
16
14
30
Drente.
11
14
25
Noord-Holland.
81
79
160
Noord-Brabant.
4
4
Totaal
189
193
382
89
Bestuur.
In het Bestuur kwam geene verandering.
Ambtenaren en personeel.
Den 31s(en Maart 1910 werd aan de Hoofdverpleegster
der Heerenafdeeling, Zuster F. A. Meurs, eervol ont
slag verleendin de vacature werd niet voorzien,
daar die afdeeling werd gesteld onder den Hoofdver
pleger, wien in verband daarmede 2 eerste verplegers
werden ter zijde gesteld.
Den 2ileu Geneesheer van het Groot-Graffel K. M.
C. HERZBERO werd den 31s,cn Maart 1910 eervol
ontslag verleend. Hij werd opgevolgd door den Heer
F. C. A BRYAN, arts te Amsterdam.
In het Ziekenhuis werd aan Huishoudster Mej. M.
VAN LEERSUM eervol ontslag verleend en in hare
plaats benoemd Mej. M. Janzen te Vlaardingen.
Op den 31 December 1910 bestond het verplegend
personeel in het stadsgesticht in de Mannenafdeeling uit
één Hoofdverpleger, één Eerste-verpleger en 30 ver
plegers; in de Vrouwenafdeeling uit ééne Hoofdver
pleegster, 2 Eerste-verpleegsters en 35 verpleegsters.
In het Buitengesticht bestond het verplegend perso
neel op 31 December uit 3 Hoofdverpleegsters,
1 Eerste-verpleegster, 37 verpleegsters en S verplegers.
Het in- en uitwonend personeel van het stadsgesticht
werd met één persoon vermeerderd door de aanstelling
van een uitwonenden 2rl(,n machinist.
In beide gestichten wordt geregeld door de Genees-
