38 inzake de grensregeling en den eigendom der terreinen aan de IJsselkade werd beëindigd ten nadeele der Ge meente. Na gehouden openbare inschrijving werd een per ceel bouwterrein aan den Jacob Damsingel ter groote van 8 A. 30 c.A. verkocht aan A. J. H. Reesink voor 4420,—. Het overige aldaar nog aanwezige bouwterrein werd wegens te lage inschrijving niet gegund. Op de Hooge Losplaats aan de Noorderhaven werd een terrein, groot 7,91 A., in erfpacht uitgegeven aan S. Levison tegen een jaarlijkschen canon van ƒ221,48. Langs den weg naar Laren (Kastanjelaan) werd een terrein, groot2000 c. A. in erfpacht uitgegeven voor ƒ0.14 per M2. aan H. J. Vlaswinkel te Warnsveld. Langs den Buitensingel werd een perceel, groot 135 c.A., in huur uitgegeven aan de American Petroleum Company te Rotterdam voor 13,50 per jaar, tot oprichting van eene petroleumbergplaats. De terreinen op den Houtwal, ter gezamelijke grootte van 22373 c. A., werden opnieuw tot 31 December 1916 in 43 perceelen verhuurd voor 1118,65 per jaar. Het perceel aan den Berkelsingel, gedurende 12 jaren in huur geweest bij de Wed. J A. Garvelink-Harmsen, werd na gehouden inschrijving aan die Weduwe in erfpacht uitgegeven voor f 25,50 per jaar. Aan den straatweg naar Voorst in de Hoven werd een perceel, groot 2 A. 57 c. A., in erfpacht uitgegeven aan de Gemengde Zang-, Muziek- en Voordrachtver- eeniging „de Hoven" tegen een jaarlijkschen canon van f 30,84. 39 Met de Weduwe J. A. Garvelink-Harmsen werd eene ruiling van grond aangegaan ter verkrijging eener meer regelmatige grens tusschen het Gemeenteterrein en het daarnaast gelegen, aan haar toebehoorende per ceel Kad. Sectie B No. 1553 aan de Leeuweriklaan. Met den eigenaar W. Reinders der perceelen Sectie B No. 849, 850 en 851, werden onderhandelingen geopend tot afstand van Gemeenteterrein ter verande ring der rooiïng langs en tot gedeeltelijke omlegging van den Jacob Damsingel. Bij de verbouwing van het hoekperceel Turfstraat- Korte Beukerstraat werd een pakhuis door den eige naar Takke afgebroken, waardoor de ingang der Korte Beukerstraat verbreed werd. De toestand der Gemeentelander ij en over 1910 was, wat betreft de hooge gronden, gunstig, wat betreft de lage gronden ongunstig, daar de waterstand in den ljssel bijna het geheele jaar boven den middelbaren stand was. In de tweede helft van de maand Juni en bijna de geheele maand Juli varieerde de waterstand van onge veer 1 Meter tot 2.43 Meter -|- N.A.P. boven middel- barenrivierstand, waardoor behalve vele weilanden ook bouwlanden onderliepen, en vele landbouwgewassen verloren gingen. Het gemaaide gras kon met zeer veel moeite gehooid worden, niet alleen wegens den hoogen waterstand, maar ook door-het bijna aanhou dend natte weer. Langs het Lijnpad, op de Marsch, op het Helber gen en in de Pagematen, moesten dammen worden

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1910 | | pagina 21