Bijlage P.
12
het uitdeelen van levensmiddelen, enz., gelijk dat door
bijna alle middeleeuwsche gasthuizen gedaan werd.
Van de oudste geschiedenis dezer twee instellingen
is ons bijna niets bekend; zeker is het evenwel, dat
beide geheel op zich zelf staande stichtingen waren.
De meening van Tadama, dat het Nieuwe Gast
huis een uitvloeisel van het Spittaal was 1), is dus
onjuist. Het oude Spittaal bestond nog in het laatst
der 17de eeuw.
Den llden Februari 1663 werd het tegelijk met dat
op de Zaadmarkt verkocht.
In het laatst der eerste helft van de 15de eeuw lieten
ENOELBERT KREYNCK en diens echtgenoote JUTTE
VAN DER VOERST met behulp van anderen een nieuw
Gasthuis in de Spiegelstraat zetten, welks voortbestaan
zij verzekerden door den stichtingsbrief van 22 Februari
1442 2).
Dit gasthuis was bestemd, om zoowel burgers
als gasten (vreemdelingen), die verarmd, oud, gebrekkig
of ziek waren, er in op te nemen.
Bij denzelfden brief gaven JOHAN KREYNCK, raad
van Zutphcn, en diens vrouw NYESE, eene jaarlijksche
rente van 12 oude schilden aan dit gasthuis.
Het bevond zich ter plaatse, waar thans het gebouw
der Nederl. Hervormde Diaconie staat.
1) Tadama, blz. 112. Vergel. Procedure, blz. 30 en 73.
2) Dit gasthuis wordt reeds in 1440 genoemd. Bijdragen
en Mededeelingen van Gelre, III, blz. 20.
In 1460 stichtten beide eclitgenooten bij dit gebouw een
huis voor pestlijders.
Bijlage P.
13
Aangezien het Nieuwe- of St. Elisabeths gasthuis
genoemd werd, kreeg dat aan de Zaadmarkt den naam
van „Oude Gasthuis" 1).
Beide gestichten werden in 1625 tezamen gevoegd
en overgebracht naar het toen ledig staande St. Catha-
rinaklooster of Heer Hendrikshuis op de Nieuwstad 2),
waar ze tot heden nog zijn.
Reeds lang had men in het O. en N. Gasthuis
krankzinnigen verpleegd, doch eerst in het begin der
19de eeuw, toen allerwegen het besef doordrong, dat
krankzinnigen zieken zijn, begonnen de provisoren
van het O. en N. Gasthuis hunne aandacht aan
die verpleging te schenken.
Als een gevolg daarvan werd in 1S37 in het
O. en N. Gasthuis een krankzinnigengesticht opgericht,
dat in 1857 en 185S belangrijk vergroot en verbouwd
werd, zoodat het volgens dr. RamAER, destijds eerste
geneesheer in het O. en N. Gasthuis, als eene „geheel
nieuwe stichting" kon worden aangemerkt. Na dien
tijd heeft zich dit gesticht zóó uitgebreid, dat thans
het geheele O. en N. Gasthuis krankzinnigengesticht
is geworden met nog een buitengesticht „het Groot
Graffel" te Warnsveld.
Door die voortdurende uitbreiding werd het noodig
in een gedeelte van het gesticht, dat gelegen is aan
1) Procedure, blz. 74.
2) Procedure, blz. 32, 84 en 142.