Bijlage N. 14 Treft men langdurige droogte, dan is de besparing aan water groot en heeft men veel meer succes dan bij sproeien, aangezien een driemalig sproeien per dag nog niet hetzelfde effect geeft. Treft men overvloedig regen na het uitstrooien, dan gaat veel van de werking verloren en moet een nieuwe, hoewel kleine hoeveel heid, opgebracht worden. Een vergelijking van de kosten tegenover het sproeien is niet mogelijk, aangezien men de bespanningen niet bepaald uitspaart. Dit zou alleen daar het geval zijn, waar men de paarden voor het sproeien huren moet. In steden, waar men met het bepaalde aantal paarden werkt en toch op de overige straten sproeien moet, zal het niet sproeien van enkele grindwegen slechts geringe tijdsbesparing geven, tenzij men dergelijke wegen, wanneer zij buiten de stad gelegen zijn, drie a viermaal zou willen besproeien. Het verlangen, om stoffige wegen gedurende de warme en droge zomers aanhoudend stofvrij te houden, moet hier dus alleen in aanmerking komen en kan chloor-calcium een uitstekend middel daartoe genoemd worden. Graswieden. Voor het dooden van onkruid in straten en pleinen wordt nog steeds van grasdoodend vocht met succes gebruik gemaakt. Ook de ingezetenen maken meer en meer gebruik van de gelegenheid, om door den reinigingsdienst het gras uit hunne voetstraten te laten verwijderen, wat voor hen meer afdoende en zelfs goedkooper is. Bijlage N. 15 Sneeuwruimers. In Januari bracht een flinke sneeuwval veel werk voor het sneeuwruimen. De indeeling was vrij wel hetzelfde als in vorige jaren. Eerst de sneeuwploeg, dan een paar ploegen werk volk tot het opzetten van de strooken en het maken van overgangen; vervolgens de huurkarren tot het weg voeren van sneeuw. Dit wegvoeren heeft onder con trole plaats; de voerman 'ontvangt van den reiniger, die met het toezicht op het vol laden der karren be last is, voor elke kar een kaart; deze kaart wordt op de tevoren aangewezen stortplaats afgestempeld. Na afloop van het ruimen wordt voor elke kaart 15 cent uitbetaald. De uitgaven bedroegen dit jaar 322,76'/2. Putscheppen. Voor dit werk werd dit jaar op de begrooting voor 1911 een derde modderwagen toegestaan, waardoor het mogelijk zal zijn den ouden tweewielige te laten vervallen, wat zeer noodig is, aangezien deze bijna niet meer bruikbaar is. Klachten over het putscheppen werden niet vernomen en de verstoppingen en defecten werden ten spoedigste door Gemeente Werken hersteld. Ophalen van slachtafval. Op de begrooting voor 1911 komt een post voor tot aanschaffing van een slagerstonnenwagen en tonnen,

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1910 | | pagina 198