Bijlage E.
8
het werk der schoolartsen, die met ijver hun taak
vervullen, ten bate van het kind en van het onder
wijs en juicht het daarom toe, dat hunne tijdelijke
aanstelling werd gewijzigd in eene definitieve.
VII. De tuin naast school H.
Op bladz. 7/8 van het vorig verslag werden eenige
mededeelingen omtrent dezen schooltuin gedaan. Ook
dit jaar is gebleken dat hij van groote waarde is voor
de school.
Daarom volgt hier nog een meer uitvoerige beschrij
ving van den tuin en hoe het daarin toegaat.
De inrichting is als volgt:
Hij is verdeeld in 2 afdeelingeneen voor boomen,
heesters en vaste planten en een voor sierplanten,
planten uit het wild overgebracht, als slangenwortel,
grootbloemige teunisbloem, veldgeranium, enz., benevens
cultuurgewassen. De afdeeling voor deze laatste is
de grootste.
Ze is verdeeld in 4 vakken en ieder vak in vijf
bedden van 1 Meter breedte, waarlangs paden van
80 c.M. breedte loopen.
De klasse onderwijzers der 4 hoogste klassen zorgen
elk voor een vak en kunnen op elk bed kweeken,
wat zij voor hun leerlingen noodig achten.
Eén bed bestaat uit kleigrond, terwijl een tweede is
bestemd voor de gewassen, die op het zand groeien.
Op de drie overige bedden worden groenten en bloe
men gekweekt.
Door de afdeeling plantsoenen wordt in den winter
de tuin bemest en omgespit.
Bijlage E.
9
Is in het voorjaar de tijd daartoe aangebroken, dan
worden de verschillende zaden uitgezaaid door den
onderwijzer, in het bijzijn der leerlingen; enkelen van
de toeschouwers mogen daarbij een handje helpen.
Bij het gezaaide worden nette plankjes met naam
gestoken. Ook de overige werkzaamheden (harken,
wieden, verplanten, gieten) in den zomer, alsmede het
oogsten, geschieden meest door de leerlingen, onder
leiding en toezicht van den onderwijzer.
Al deze werkzaamheden worden verricht buiten de
schooluren of in het speelkwartier. Voor dit laatste
is een regeling getroffen: ieder onderwijzer heeft een
bepaalden dag, waarop hij met zijne leerlingen in den
tuin gaat. Daardoor zijn er nooit meer dan twee klas
sen tegelijk.
Deze tuin bewijst uitstekende diensten bij het onder
wijs en wel bij dat in kennis der natuur, in aardrijks
kunde en teekenen. De kinderen zijn in de gelegen
heid de voornaamste gewassen van land- en tuinbouw
gedurende de geheele ontwikkeling te zien, alsmede
het verschil tusschen één-, twee- en meerjarige gewassen
en Ieeren verschillende dieren kennen, die nuttig of
schadelijk zijn. Voorts levert de tuin voor een nauw
keurige beschouwing op de plantkunde-Ies in de klasse
steeds voldoende materiaal, terwijl gedroogde planten
in de klasse worden opgehangen.
Bij het onderwijs in aardrijkskunde geeft de tuin
steun bij het opnoemen der voortbrengselen op de
verschillende grondsoorten. Voor het teeken-onderwijs
levert hij bladeren, bloemen en vruchten.
Ook de opvoedende waarde van den tuin is groot.