nr
Bijlage D.
II. Hoogere Burgerschool met
vijfjarigen cursus.
Personeel. Het personeel aan de schoei verbonden
is thans als volgt samengesteld:
LEERAREN.
LEERVAKKEN.
Aantal D
uren. BezoId|g'"g-
Dr. J. W. Lem, Directeur
P. Kat Pzn., Onder-
Directeur
J. M. Sweep
J. J. Stoel
H. F. C. Bos
H. J. W. J. Remmers
Dr. P. M. Keer
L. D. Wolters
I. G. de la Fontaine
Verwei j
H. Ch. Mellet
A. Dolk
J. Goemans
J. L. Vleming
B. H. Stomps
J. Heskes
Tijdelijk.
Mr. Dr. G. L. van Oosten
Slingeland
Mej. E. N. J. E. Bolder
man
Trigonometrie, Kosmographie
Nederlandsch, Schoonschrijven,
(\b) Aardrijkskunde (III, IV,
V)
Meetkunde
Natuurkunde, Werktuigkunde
Stelkunde
Scheikunde
Plant- en dierkunde
Boekhouden, Schoonschrij
ven (1 a)
Geschiedenis, Aardrijkskunde
(I, II)
Fransch
Engelsch
Hoogduitsch (behalve in Ia)
Handteekenen
Rechtlijnig teekenen
Gymnastiek
Staatswetenschappen
Hoogduitsch (Ia)
Bedienden.
J. Morhee Jzn., Amanuensis voor de Natuurwetenschappen.
J. de Bruin, Concierge.
Bij Raadsbesluit van 2 Mei 1910 werd aan
den leeraar in de Wiskunde, den Heer J.
Bijlage D.
3
A. SURINGAR, op zijn verzoek eervol ont
slag verleend met ingang van 1 September
1910 en zulks onder dankbetuiging voor de
gedurende vele jaren bewezen diensten.
Bij Raadsbesluit van 6 Juni 1910 werd
tot zijn opvolger benoemd de Heer J. M.
Sweep, leeraar aan de Hoogere Burgerschool
te Amersfoort, die 1 September 1910 in func
tie trad.
Bij Raadsbesluit van 25 Juli 1910 werden
de aanstellingen van Mr. Dr. G. L. Oosten
SLINGELAND als leeraar in de Staatsweten
schappen en van Mej. E. N. J. E. BOLDER
MAN als leerares in de Duitsche taal weder
voor een jaar verlengd.
Aan Mejuffrouw E. N. J. E. BOLDERMAN
werd wegens ongesteldheid verlof verleend
van 12 April tot 15 Mei en van 19 Sep
tember tot de Kerstvacantie.
Gedurende het eerste verlof werden hare
lessen waargenomen door Mej. E. J. J. POMPE;
gedurende het tweede verlof moest eene tij
delijke regeling getroffen worden, waardoor
de leeraar in de Duitsche taal, de heer J.
GOEMANS, in de gelegenheid werd gesteld
een groot gedeelte van hare lessen waar te
nemen, zoodat het onderwijs niet al te veel
schade heeft ondervonden.
Het jaar 1910 was met betrekking tot het
ziekteverzuim der leeraren weder minder
gunstig. In het geheel konden 261 uren
8
3300,—
33
3415—
24
2060—
28
2905—
28
2080—
21
2060—
14
1600,—
7
700—
34
3000—
30
3050—
22
2205—
24
2470—
20
1715—
10
1400—
10
500—
S
800—
4
400—