Bijlage C. VERSLAG over den toestand van liet Stedelijk Gymnasium in de Ge meente Zutphen over het jaar 1910. Leeraren. Bij Raadsbesluit van 4 Juli werd Mej. H. J. REESINK, tijdelijk werkzaam als leerares in het Fransch met ingang van 1 September voor één jaar als zoodanig benoemd uit eetie voordracht, bestaande uit: 1. den heer H. VAN MEERTEN te Parijs; 2. Mej. H. J. REESINK; 3. Mej. J. H. E. TER WEEME te Nijmegen. Bij besluit van 25 Juli werd aan Dr. J. HOOYKAAS op zijn verzoek eervol ontslag verleend als conrector wegens zijne benoeming tot rector van het Stedelijk Gymnasium te Kampen. Als zijn opvolger werd bij Raadsbesluit van 10 Oc tober tot conrector benoemd Dr. Th. DOKKUM, leeraar in oude talen aan het Gymnasium te Sneek; met hem waren als no. 2 en 3 voorgedragen de leeraren Dr. P. de Koning en Dr. C. Deknatel. Daar de benoemde evenwel eerst na de kerstvacantie in functie kon treden en op 15 October Dr. HOOYKAAS het Gymnasium vaarwel zegde, werd de waarneming zijner lessen van 15 October tot de kerstvacantie door Curatoren, onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, opgedragen aan den Heer A. HEYBOER, doctorandus in de klassieke letteren te Utrecht, voor 18 wekelijksche lesuren en aan den leeraar Dr. K. O. MEINSMA voor 3 wekelijksche lesuren, aan beiden

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1910 | | pagina 110