Bijlage B.
26
verordeningen op levensmiddelen en gebruiks-artikelen en
op den keuringsdienst dier middelen en artikelen, terwijl
2 September 1910 nog is toegezonden een schrijven van
den Directeur van den Centralen Keuringsdienst van Voe
dingsmiddelen en Gebruiksartikelen voor Nederlandsche
Gemeenten te Rotterdam, d.d. 17 Augustus 1910, met daarbij
behoorend „Overzicht" dier instelling.
De commissie juicht ten zeerste toe de invoering eener
verordening op levensmiddelen, genotmiddelen en gebruiks
artikelen en heeft tegen de voorgestelde verordening geen
bezwaren ingebracht.
Ook acht de commissie dat de voorgestelde wijze van
inrichting van den keuringsdienst de meeste waarborgen
biedt voor eene goede werking. Voorgesteld toch is de
inrichting van een eigen keuringsdienst.
Naar aanleiding van het schrijven van den Directeur van
den Centralen Keuringsdienst van Voedingsmiddelen en
Gebruiksartikelen voor Nederlandsche Gemeenten te Rot
terdam, die er de aandacht op vestigt, dat aansluiting bij
dit Bureau aanmerkelijke kostenbesparing medebrengt,
heeft de Commissie overwogen, of door aansluiting bij
dit Bureau of op andere wijze een voor Zutphen vol
doenden dienst ware te verkrijgen, die minder bezwarend
was dan eene geheel eigen inrichting.
Na informaties bij verschillende gemeenten te hebben
ingewonnen en nadere deskundige voorlichting omtrent de
inrichting en werking van den dienst, is de commissie tot
de overtuiging gekomen, dat eigen inrichting de voorkeur
verdient en wanneer eene eigen inrichting voor de ge-
meente-financiën te bezwarend geoordeeld wordt, dan
althans een dienst, welks centrum binnen de gemeente is
gevestigd.
Bijlage B.
27
HOOFDSTUK XI.
Uitvoering en handhaving van wetten en verordeningen.
Den 18en Januari 1910 hebben Burgemeester en Wet
houders van Zutphen aan de Commissie gezonden,-ten
einde daarop van advies te dienen, een voorstel aan den
Raad, ingediend door twee leden van den Raad strekkende
1° tot intrekking van de verordening op de huizen van
ontucht, 2" tot intrekking van het bepaalde bij artikel 1
sub b van de Instructie voor den Gemeente arts, belast
met den heel- en verloskundigen dienst buiten het Ziekenhuis.
Aangezien de meerderheid der Commissie uit een oog
punt der volksgezondheid een geheel ongeregelden toestand
ongewenscht vond, immers intrekking der bepalingen zou
veroorzaken vrijheid tot het houden van publieke huizen
en afschaffing der keuring, is geadviseerd de gemelde ver
ordeningen in te trekken, doch tevens een nieuwe veror
dening in te stellen, waarbij het houden van huizen van
ontucht wordt verboden en strafbaar gesteld.
Intusschen is bericht ingekomen, dat de Raad in zijne
vergadering van 10 October de verordeningen heeft inge
trokken.
De Commissie wenscht te dezer plaatse nog eens te
wijzen op het groote gevaar, dat de thans ongeregelde
toestand voor de Volksgezondheid kan opleveren, waarvan
de verantwoordelijkheid geheel komt voor rekening van
den Gemeenteraad, en te hopen is, dat de Raad door
drongen van deze zware verantwoording spoedig eene
verordening in het leven roept, waarbij het houden van
publieke huizen wordt verboden en strafbaar gesteld.