96
pleger en 34 verplegers en in de Vrouwenafdeeling
uit ééne Hoofdverpleegster, 2 eerste verpleegsters en
35 verpleegsters.
Het in- en uitwonend personeel werd met één per
soon vermeerderd, door de aanstelling van een uitwo
nenden smid.
In het Buitengesticht bestond het verplegend per
soneel op 31 December uit 3 Hoofdverpleegsters, 40
verpleegsters en 10 verplegers. Hier kwam in het
verdere personeel, wat het aantal betreft, geene ver
andering.
In beide gestichten wordt geregeld door de Genees-
heeren een cursus gegeven in de Zieken- en Krank
zinnigenverpleging, waaraan al de nieuw aankomende
verpleegsters en verplegers verplicht zijn deel te
nemen.
In het Stadsgesticht behaalden 4 verpleegsters en 6
verplegers het 1ste gedeelte van het diploma, 6 ver
pleegsters en 4 verplegers het 2e gedeelte en 2 ver
pleegsters en 1 verpleger het 3e gedeelte.
In het Buitengesticht behaalden 11 verpleegsters het
le gedeelte van het diploma, 7 verpleegsters het 2e
gedeelte en 4 verpleegsters het 3e gedeelte.
Badhuis.
Gedurende 1909 werden 13409 baden genomen,
8830 door mannen en 4579 door vrouwen.
97
Gebouwen.
In het Gasthuis, het Ziekenhuis en op het Groot-
Graffel werden de gebouwen goed onderhouden en
de noodige herstellingen uitgevoerd.
Door den aankoop van een aangrenzend terrein
werd de gelegenheid geopend het Gasthuis te ver-
grooten en kon de mannenafdeeling worden uitge
breid met een paar flinke waakzalen, 2 slaapzalen
en een aantal verplegerskamertjes.
Eene op het aangekochte terrein staande woning
werd bestemd voor een uitwonenden gehuwden hoofd
verpleger.
Ook werd aangekocht een pakhuis in de Gasthuis
straat, plaatselijk gemerkt No. 7.
Boerenerven en landerijen.
Deze werden goed onderhoudende noodige ver
anderingen en verbeteringen werden aangebracht.
e. Geneeskundige dienst bij armen, verpleegd
in hunne woningen.
Deze dienst wordt waargenomen door de genees-
heeren Dr. A. J. van Rhijn en Dr. E. J. W. Holle
man, die ieder daarvoor eene jaarwedde genieten van
600,—.
Aan Dr. J. M. van 't HOFF werd op diens verzoek
bij Raadsbesluit van 5 April 1909, No. 26, met ingang
van 1 October d.a.v., als Gemeente-arts voor de heel-