44
handen liggers en van de IJsselbrug afkomstige oude
dekplanken.
De toestand der Gemeentelanderijen over 1909 was
op enkele uitzonderingen na gunstig.
De waterstand in den IJssel was in de eerste 6
maanden over het algemeen niet boven den middel
baren stand, zoodat de afwatering der lage gronden
geregeld kon plaats hebben, doch in de maanden Juli
en October was de stand vrij hoog, en bereikte enkele
dagen zelfs een hoogte van bijna twee meter boven mid
delbaren rivierstand, zoodat op enkele lage plaatsen langs
het lijnpad, op de Marsch en op Helbergen gedamd
moest worden, om de uiterwaarden voor overstrooming
te behoeden, terwijl de locomobiele gedurende 30
dagen dienst moest doen om het kwelwater uit te
pompen.
De lage weilanden langs den Ouden IJssel en de
Voorstondenschebeek, alsmede enkele lage stukken
van de Beugelwaard, de Marschweide, de Elshorst,
de Pagemate, en een gedeelte van Helbergen, liepen
voor een klein gedeelte onder, maar de schade was
gering, aangezien het hooi reeds voor een groot deel
geoogst was.
De opbrengst der grasverpachtingen was hooger
dan het vorige jaar, hoewel minder hooi werd ge
wonnen, een noodzakelijk gevoig van het koude en
drooge weer.
Het vee kon op tijd naar de weide worden gebracht,
doch begon in de maanden Juni-Juli gebrek aan
voedsel te krijgen, zoodat de hoogere opbrengst van
45
het hooigras en de buitengewone hooge prijzen van
de naweiden te verklaren zijn.
In den herfst was de waterstand zeer laag, en eenige
kolken op de hooge Marschweiden en ook in enkele
naweiden moesten worden uitgediept, om te voldoen
aan het gebrek aan drinkwater voor het vee.
Niettegenstaande de koude en natte dagen en de
nachtvorsten in het voorjaar den groei van de jonge
groenten belemmerden, en de vele regendagen in de
maanden Juli en Augustus den hooi- en korenoogst
vertraagden, kon het zaaien en planten op tijd ge
schieden, en gaf over het geheel alles een goeden
oogst, hoewel de prijzen van de vruchten over het
algemeen lager waren. Het afgeloopen jaar was niet
ongunstig voor de bouwlanden.
De twee perceelen weiland op Helbergen, in het
vorige verslag reeds genoemd, welke bemest werden
met kunstmest en ier gaven een opbrengst van ruim
200,— per H.A.
De afgraving van een gedeelte voormalige Hoorn
werk kwam met dit jaar gereed; met den verkregen
grond werd het zoogenaamde warme watertje aange
vuld, waarna het geheel werd bemest, omgeploegd en
met gras-, haver- en klaverzaad bezaaid. De verkregen
oppervlakte groot ongeveer 1 H.A. heeft als eerste
snede opgebracht 90,—. De onkosten van het werk,
dat werd aanbesteed voor 737,— bij wijze van werk
verschaffing, beliepen met inbegrip van aankoop van
zoden, mest, omploegen, bezaaien, eggen, enz., 832,—.
Met de afgraving van een gedeelte van den bedek
ten weg langs de varkensweide werd een begin ge-