Bijlage M.
8
65 baden waarvan nog 19 genomen zijn door vreemde
werklieden, die aan de ovens of de stoomketels werkten.
II. Gashouders.
Deze werkten alle drie zonder eenige storing.
Gashouder No. 2 werd geheel afgekrabd en afgebor
steld, daarna gestreken met vuurlak verdund met xylol,
tweemaal gemenied en daarna geverfd. Een groot
gedeelte werd voor de tweede maal zoo behandeld,
omdat de verf overal blauwe plekken vertoonde en
niet meer dekte. Zoodoende kon No. 1 niet meer ge
reed komen. Deze en de gashouder voor het cokesgas
zullen in 1910 geverfd worden.
Naphtaline-verstoppingen kwamen niet voor.
III. Ovens met toebehooren.
In het aantal ovens kwam geen verandering; er
waren er zes met 54 retorten.
In Januari werd gedurende 14 dagen met 5 ovens
gewerkt; in December kon met 4 ovens worden vol
staan op een tiental dagen na, gedurende welke de
retorten uitgebrand moesten worden. In Juni waren
slechts 2 ovens met 18 retorten in gebruik.
De zomermaanden werden benut om het gewone
onderhoud uittevoeren, terwijl van de ovens I en IV
de retorten vernieuwd werden. Deze ovens hadden
resp. 797 en 952 vuurdagen. Op 31 Dec. van dit
jaar had
Oven II 1186 vuurdagen.
Bijlage M.
9
Oven lil 1301 vuurdagen.
V 885
VI 590
Van de ovens II en III moeten in 1910 de retorten
vernieuwd worden.
IV. Cokesgasinriciiting.
Deze inrichting is het geheele jaar geregeld in wer
king gebleven. Het toestel en de blowers, die afwis
selend gebruikt worden, werkten uitstekend. De roos
ters zijn in dit jaar vernieuwd.
V. Condensatie en zuivering.
De condensatie- en zuivertoestellen, die dubbel zijn,
werden afwisselend gebruikt en verkeeren in goeden
staat.
Het gas kon steeds voldoende afgekoeld worden.
De temperatuur wordt in de Pelouze zooveel mogelijk
op 20° en in den Kirchamwasher op 15° C.
gehouden.
VI. Kolenlosinrichting.
De kabel en de kettingen blijven steeds veel toe
zicht eischen doch werkte alles zonder stoornis.
De in het vorige jaar aangeschafte weeginrichting
blijft goed voldoen, en worden alle kolen, welke uit
de loods gaan, daar gewogen.