Bijlage H.
2
frouw J. O. H. HARBACH, benevens de H.H.: W.
DE WlDT, J. F. PATERNOTTE, G. W. ORMEL, B. W.
van Eldik, K. F. Wijoman en J. A. Schutte
opnieuw benoemd.
Overeenkomstig het bepaalde in art. 15 van het Konink
lijk Besluit van 16 November 1900 (Staatsblad No. 200)
werden de gewone vergaderingen geregeld gehouden.
Een en vijftig maal ontving de Commissie eene
kennisgeving van den heer Arrondissements-School-
opziener, als bedoeld in 2 van art. 21 der Leerplicht
wet. Van de 51 opgeroepenen verschenen er 13.
Acht en dertig voldeden dus niet aan de oproeping.
Zij werden schriftelijk gewaarschuwd en in den regel
door een Commissielid persoonlijk op het verkeerde
en voor 't vervolg strafbare van het niet-voldoen aan
de Wet gewezen.
Van de bovenbedoelde 51 leerlingen, die zich aan
ernstig schoolverzuim hadden schuldig gemaakt, waren
41 leerlingen der Openbare School Itwee van elk
der openbare scholen E, G en H, evenzoo 2 van de
Bijzondere School a/d Paardenwal en 2 van de Roomsch
Katholieke Meisjesschool.
Een kind, dat geen school bezocht, werd door be
middeling der Commissie in de maand Mei geplaatst
op de Roomsch Katholieke Meisjesschool.
Bijlage H.
3
Door den Heer Kantonrechter werden 7 personen
wegens overtreding der Leerplichtwet tot eene geld
boete of tot gevangenisstraf veroordeeld, waaronder
één tweemaal.
Aan het eind van haar verslag meent de Commissie
er op te moeten wijzen, dat door veel schoolgaande
kinderen dikwijls vóór schooltijd arbeid voor anderen
dan hunne ouders wordt verricht, welke arbeid het
schoolverzuim in de hand werkt.
Het zou goed zijn, indien hieraan een einde kon
worden gemaakt.
Namens de Commissie tot wering
van Schoolverzuim te Zutphen,
J. A. SCHUTTE,
Secretaris.
Zutphen, 19 Februari 1910.