Bijlage D.
6
Leerlingen. Het aantal leerlingen bedroeg op 1 Janu
ari 1909 (zie verslag 1908):
Klasse.
Mannelijke
leerlingen.
Vrouwelijke
leerlingen.
Totaal.
I
40
7
47
II
30
9
39
III
41
5
46
IV
24
5
29
V
19
5
24
T otaal
154
31
185
Tusschen 1 Januari en het einde van het
schooljaar hebben de school verlaten:
Uit klasse 1 1 vrouwel. en 3 mannel. leerl.
v -i II 1 ff ff 4 ff ff
111 1 mannelijke leerling.
„VI vrouwel. en 1 mannel. leerl.,
terwijl 1 mannelijke leerling tot de 3de klasse
werd toegelaten.
De uitslag der bevordering tot hoogere
klassen was als volgt
Klasse
Mannelijke leerlingen.
Vrouwelijke leerlingen.
Aantal
leer
lingen.
Bevor
derd.
Niet
bevor
derd.
Aantal
leer
lingen.
Bevor
derd.
Niet
bevor
derd.
I
37
25
12
6
6
0
II
26
21
5
8
7
1
III
41
33
8
5
4
1
IV
23
17
6
5
5
0
T otaal
127
96
31
24
22
2
Bijlage D.
7
Het blijkt dus, dat van de mannelijke
leerlingen 24°/o, van de vrouwelijke leerlin
gen 8°/o niet bevorderd kon worden.
Bij den aanvang van het nieuwe schooljaar
keerden niet tot de school terug van de:
Bevorderden tot
Niet-bevorderden uit
Klasse.
Mannelijke
leerlingen.
Vrouwelijke
leerlingen.
Mannelijke
leerlingen.
Vrouwelijke
leerlingen.
I
II
III
IV
V
1
2
15
1
3
3
5
4
1
1
Totaal
18
1
15
2
De mannelijke leerling, die niet slaagde
voor het eindexamen, keerde tot de school
terug.
Bij den aanvang van het nieuwe school
jaar waren dus aanwezig, die het onderwijs
aan de school reeds vroeger gevolgd hadden
en allen het volledig onderwijs volgden:
Klasse.
Mannelijke
leerlingen.
Vrouwelijke
leerlingen.
Totaal.
1
9
9
11
26
6
32
III
22
6
2S
IV
20
4
24
V
18
5
23
T otaal
95
21
116
ff tt IV 1 ff ff