/O/
/<5ö
Bijlage B.
10
HOOFDSTUK IV.
Volkshuisvesting.
In het jaarverslag over 1907 is medegedeeld, dat het
verslag van het gehouden woningonderzoek in de eerste
helft van het jaar 1908 kon worden tegemoet gezien. Door
verschillende omstandigheden, voornamelijk doordat de be
werking der tabellen zeer veel tijd vorderde, is het verslag
eerst aan het einde van het jaar gereed gekomen, kan de
uitgave binnenkort worden verwacht en wordt voor het
woningonderzoek naar dat verslag verwezen.
In het jaar 1907 zijn 28 woningen onbewoonbaar ver
klaard. Al deze woningen zijn ontruimd door de bewoners.
Ook in het jaar 1908 zijn wederom een aantal woningen
aangewezen, gedeeltelijk als geheel onbewoonbaar, gedeel
telijk als door het aanbrengen van de noodige verbeterin
gen, alsnog in bewoonbaren staat te brengen.
Als onbewoonbaar zijn aangewezen zes woningen in de
Slijpersgang aan de Laarstraat no. 203, 203, 297, 209, 211
en 213, en twee woningen der Veldmaatsgang aan de
Laarstraat no. 67 en 69.
Reeds voor dat het voorstel van Burg. en Weth. tot
onbewoonbaarverklaring aan den Raad kon worden gericht,
waren de woningen aan de Veldmaatsgang no. 67 en 69
afgebroken, terwijl bij Besluit van den Gemeenteraad van
6 Juli 1908, no. 13, de woningen aan de Slijpersgang no.
203, 205, 207, 203, 211 en 213 onbewoonbaar zijn ver
klaard en de ontruiming is gelast binnen drie maanden,
te rekenen van den dag, waarop de tijd tot voorziening
tegen het besluit is verstreken of het besluit is gehand
haafd. Ook deze woningen zijn thans afgebroken.
Bijlage B.
11
Als ongeschikt ter bewoning, doch door aanbrengen
van de noodzakelijke verbeteringen in bewoonbaren staat
te brengen, zijn aangewezen:
Een woning aan het Hoogestraatje No. 72/74, zes wonin
gen aan de Lievenheersteeg (het Molboontje) no. 50, 52,
54, 56, 58 en 60, acht woningen aan den Paardenwal
No. 7, 7, 9, 9, 11, 11, 13 en 15, elf woningen aan de
Veldi naafsöan0 in de Laarstraat no. 71/73, 75, 77, 79, 81
83, 87, 89, 91/93, 95/97 en 99.
Bij de aanwijzing werd de noodige omschrijving en toe
lichting gevoegd en opgave van de noodzakelijk aan te
brengen verbeteringen.
Burg. en Weth. achtten nog eenige aanvulling der op
gegeven verbeteringen noodzakelijk, waarmede de Com
missie zich volkomen kon vereenigen, waarna ingevolge
Besluit van Burg. en Weth. van 16 Juni 190S de eigenaren
zijn aangeschreven de verbeteringen te doen aanbrengen
of, indien bewoond, de bewoning te doen staken. Voor
het aanbrengen van de verbeteringen is aan de eigenaren
een term.jn toegestaan van zes maanden.
Toen deze termijn bijna verstreken was is door een der
eigenaren aan Burg. en Weth. verzocht verlenging van
den termijn tot einde Maart 1909, omdat dan de tijd van
verkoop der woningen beter is en de tijd van verhuizing
der bewoners geschikter. De Commissie heeft geadviseerd
afwijzend op dit verzoek te beschikken, omdat onbewoon
baarverklaring zeer goed aan den verkoop kan voorafgaan,
hetgeen zelfs wenschelijk is, omdat dan eventueele koopers
door dat aangebrachte kenteeken goed kunnen zien het
geen door hen gekocht wordt, terwijl bij de onbewoon
baarverklaring de termijn tot ontruiming zoo gesteld kan