138 In het jaar 1908 werden, krachtens de Hinderwet, door ons de volgende vergunningen verleend: Aan J. W. Nij land, tot het oprichten van een grot en kachelsmederij, in het perceel aan het Oude- wand, No. 50. J. van Dijk, firma J. M. van Zadelhoff, tot het in gebruik nemen van een gasmotor van 10 P.K. voor het in beweging brengen van vleeschmachines in perceel aan de Waterstraat, No 35. H. J. Nienhays, tot het oprichten van een kuiperij in de Barlheze, No. 46. S. Levison, tot het oprichten van bewaarplaats van lompen en beenderen op een terrein b:j den ljssel aan de Noorderhaven. D. B. Gast, te Groningen, tot uitbreiding van de vleeschwarenfabriek en rookerij, aan de Water straat, No. 35. J. H. Kelderman, tot het oprichten van een bakkerij en het plaatsen van een oven aan de Lange Hof straat, No. 15. S. de Winter, tot het oprichten van eene slacht plaats van vee, in het perceel aan de Beekstraat, No. 10. J. H. Leaver mantot uitbreiding van zijne door gaskracht gedreven wagenmakerij aan de Born- hovestraat, No. 47. den Directeur der Zutph. melkinrichting, tot het oprichten van een door een gasmotor van 14 P.K. gedreven zuivelfabriek en melkinrichting op een terrein aan de Kattenhavenstraat, No. 1. G. Brincker, tot het oprichten van een door 139 een gasmotor van 1 P.K. gedreven zagerij van lijsten, in de Beukerstraat, No. 19. Aan G. W. van Barneveld, tot uitbreiding van zijne door gaskracht gedreven drukkerij aan de Roode torenstraat, No. 19. de Naamlooze Vennootschap de Kon. Zutph. Stoom- zeepfabriek, (Directeuren de h.h. L. Albers en J. Canters), tot Uitbreiding van hare zeepfabriek aan den Marschweg, No. 1. de fa Gebr. Struijck, tot het oprichten van eene chemische fabriek van kleefstoffen in een perceel aan het Hoornwerk. G. J. Mcerstadt J.W.Gzn., tot het oprichten van eene rookerij in zijn tuinuitkomende aan de Vaaltstraat. Geweigerd werd de aanvrage van: G. J. Klaasen, tot het plaatsen van een gasmotor van 8 P.K. in een perceel aan de Kruisstraat, No. 12, voor het drijven eener dorschmachine. Vervening. Bestaat in deze Gemeente niet. c. Mijnwezen evenmin. d. Visscherij. Slechts weinig ingezetenen vinden in dezen tak van nijverheid een middel van bestaan. De opbrengst van de aan den afslag aangevoerde zee- en riviervisch bedroeg in 1908 14328,67 tegen 15676,94 in 1907.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1908 | | pagina 71