Bijlage F.
2
Mej. J. RENSINK, helpster aan de school in de
Hoven.
Van de overige 14 volgden er 11 het onderwijs,
dat van Gemeentewege aan de helpsters wordt ver
strekt. Dit onderwijs, gegeven door dezelfde per
sonen, die ook het vorig jaar daarmede belast waren,
blijkt als opleiding voor de hulpakte aan zijne be
stemming te beantwoorden. In eene opleiding voor
de hoofdakte is nog niet voorzien.
Het aantal kinderen, in de verschillende scholen
aanwezig, bedroeg op 31 December 1907:
Op den Paardenwal 291 kinderen.
(gemiddeld over het geheele jaar 283, waarvan 108
met vrijstelling van schoolgeld.)
In de Hoven 121 kinderen.
(gemiddeld over het geheele jaar 125, waarvan 42
met vrijstelling van schoolgeld.)
In de Bornhovestraat 59 kinderen.
(gemiddeld over het geheele jaar 69.)
Het subsidie door de Gemeente verleend voor de
scholen op den Paardenwal en in de Hoven, bedroeg
4153,62i, terwijl van het jaarlijksch crediet van
hoogstens 1000,— voor de school in de Bornhove
straat tot een bedrag van 864,36 gebruik gemaakt
werd. In het geheel werd dus door de Gemeente
voor de bewaarscholen uitgegeven 5Q17,98i (tegen
Bijlage F.
3
4701,76A in 1906), terwijl de Begrooting 5245,
bedroeg, namelijk 4250,— voor de scholen aan den
Paardenwal en in de Hoven en 995,voor de
school in de Bornhovestraat.
Op voorstel der Commissie werd door Uwen Raad
in zijne zitting van 4 Maart besloten het crediet van
hoogstens 1000,voor de bewaarschool in de
Bornhovestraat te verlengen voor den tijd van zes
jaren, loopende van 1 Mei 1907—1 Mei 1913.
Gebouwen en lokalen der scholen verkeerden bij
voortduring in voldoenden toestand.
Geregeld werden de scholen door de Dames-leden
der Commissie bezocht.
Door Burgemeester en Wethouders werden in hunne
vergadering van 19 November tot leden der Commis
sie herbenoemd Mevrouw SCHUKKING, geb. DOMMERS
en Mevrouw VAN OTTERLOO, geb. FlKKERT.
De heer F. H. UMBGROVE, in zijne hoedanigheid
van gemeenteraadslid sinds 13 September 1875 Voor
zitter der Commissie, besloot dit jaar wegens gevor
derden leeftijd zich niet weder voor het lidmaatschap
van Uwen Raad verkiesbaar te stellen en nam daar
door tevens van de Commissie afscheid. In de Com
missie-vergadering van 8 November werd hem een
woord van dank gebracht voor hetgeen hij in een
zoo lang verloop van tijd heeft gedaan ter bevorde-