178
In het afgeloopen jaar werden, krachtens de Hinder
wet, door ons de volgende vergunningen verleend:
Aan G. Wassink en H. A. Krukzienertot het plaat
sen van een distilleerketel, in het perceel aan het
Oudewand no. 15.
het Roomse h- Cat koliek Parochiaal Armbestuur
tot het oprichten van een bakkersoven in het
perceel, gelegen op het terrein van het St. Elisa-
bethsgesticht.
D. J. Roelof sen, firma D. A. Roelofsen D.Jzn.,
tot het plaatsen van een gasmotor van 2 P.K.,
voor het in beweging brengen van een koffie-
brander met exhauster, in het perceel aan de
Berkelkade no. 15.
B. Weijman, tot het oprichten van een bakkers
oven in het perceel aan de Spittaalstraat no. 15.
Bij Kon. Besluit van 23 Mei 1906, no. 70 is goed
gekeurd de oprichting door het Dep' v. Oorlog, van
eene patronenbergplaats, (maximum 1,580,000 patro
nen), in het kruitmagazijn op het exercitieterrein nabij
de IJzendoornkazerne te Zutphen.
Aan H. R. Pieterse, tot het oprichten van een mine-
raalwaterfabriek en flesschenspoelmachine, gedre
ven door een gaskrachtwerktuig van 4 P.K., in
zijn perceel aan de Brugstraat no. 3.
D. J. P. Harbach, tot het oprichten van een
bewaarplaats voor buskruit en patronen, op den
zolder van zijn woonhuis op het Schupstoel no. 16.
179
Aan de firma W. J. Thieme Co., tot uitbreiding
van hare werkplaatsen, behoorende tot hare boek
en courantendrukkerij enz., gedreven door een
gaskrachtwerking aan de Heukerstraat no. 5.
de firma Wed. H. Portheine, (L. Portheine Hzn.),
tot het oprichten van een graanelevator aan de
Zuidzijde van zijn pakhuis aan de Zuiderhaven,
en deze door een gaskrachtwerktuig in beweging
te brengen.
G. H. Jimmink, tot het oprichten van een slagerij
en rookerij in het perceel aan de Laarstraat no. 82.
b. Vervening.
Bestaat in deze Gemeente niet.
c. Mijnwezen evenmin.
d. Visscherij.
Slechts weinig ingezetenen vinden in dezen tak van
nijverheid een middel van bestaan.
De opbrengst van de aan den afslag aangevoerde
zee- en riviervisch bedroeg in 1906 15935,73, tegen
15628,46 in 1905.
III. Handel en Scheepvaart.
a. Binnenlandsche Handel.
Markten (niet vermeld in Hoofdstuk XI, Landbouw
en Veeteelt.)
Hiertoe behooren de doekmarkten.
Daarop werden aangevoerd: