98 1 verpleger en 6 verpleegsters het 2e gedeelte en 3 verpleegsters het 3e gedeelte of volledige diploma. In het afgeloopen jaar vertrokken 2 verplegers en 10 verpleegsters, terwijl 2 verplegers en 15 verpleeg sters in dienst traden. Op 1 Januari 1907 waren in functie 2 hoofdverpleegsters, 6 verplegers en 28 ver pleegsters. In het verdere personeel kwam, wat het aantal be treft, geene verandering. Badhuis. Gedurende 1906 werden 13163 baden genomen, 9185 door mannen en 3978 door vrouwen. De ontvangsten bedroegen 2607,73. Geneeskundige dienst. Hieromtrent valt niets bijzonders te vermelden. Gezondheidstoestand. Deze was in beide Gestichten zeer voldoende. Godsdienst. In het Ziekenhuis en in de beide krankzinnigen gestichten werden de patiënten door de geestelijken van verschillende gezindten geregeld bezocht en toe gesproken. In de beide Gestichten woonden de lijders, daartoe door de Geneesheeren als geschikt aangewezen, de godsdienstoefeningen bij, hetzij in de kerk in het Gesticht of in een der kerken in de stad. 99 In buitengewone gevallen werden de geestelijken der verschillende gezindten ontboden. Geldmiddelen. Hieromtrent valt niets bijzonders te vermelden. Meubilair. Het meubilair werd onderhouden en waar noodig aangevuld. Gebouwen. In het Gasthuis, in het Ziekenhuis en op het Groot- Graffel werden de gebouwen goed onderhouden en de noodige herstellingen uitgevoerd. Op het Groot-Graffel had eene uitbreiding plaats; op de beide zijvleugels van het hoofdgebouw werd een verdieping gebouwd, waardoor twee ruime slaap zalen, elk voor 10 patiënten, werden verkregen. Het aantal patiënten, zijnde 274, dat tot nu toe verpleegd mocht worden, kon daardoor met 20 worden verhoogd, zoodat er nu plaats is voor 147 mannen en 147 vrouwen, voor de verpleging van welk getal patiënten de Koninklijke goedkeuring werd verleend. Boerderijen enz. De boerderijen, bosschen, landerijen en weilanden werden goed onderhouden en waar noodig verbete ringen aangebracht.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1906 | | pagina 51