Bijlage L. 38 in gebruik nemen van een Wortington stoompomp niet meer noodig is. Teneinde echter de gelegenheid te hebben, de 2 centrifugaalpompen (filterpompen) tege lijk te laten werken, zonder beide stoomwerktuigen geheel in bedrijf te stellen, zal door riem- en schijf overbrenging (transmissie) daaraan worden tegemoet gekomen; waarvoor op de begrooting van het jaar 1907 gelden zijn uitgetrokken. Voor het tegengaan van ketelsteen werden proeven genomen met z.g. Cendre Lessive, hetgeen aanvanke lijk gunstige uitkomsten geeft. Voor het stoken werd alleen van vlamkolen ge bruik gemaakt, die gedeeltelijk van de Gasfabriek en gedeeltelijk van de f« H. J. Reesink Co. werden betrokken. Filters en bronnen. De filters werden goed in orde gehouden, de filterlagen voldoende van nieuw materiaal voorzien. Extra filterpompen bleef nog noodig. De nieuwe put, in eigen beheer gemaakt, werd in gebruik genomen; eerst tijdelijk, daarna blijvend in verbinding gebracht met de nieuwe stoompomp en met de gewone filter leidingen zoodanig, dat op de beide filters gepompt kan worden. De wateropbrengst van dezen put voldoet aan de verwachting en het water bleek bij onderzoek van zeer goede hoedanigheid. Terrein. Voor afvoer van vuil water en afleiding van het Bijlage L. 39 water in de sloot langs den Vierakkerweg en de prise d'eau bij den nieuwen put, werd een cementen riool gelegd in aansluiting met den duiker onder genoemden weg en 50 meter van dien duiker uitmondende in die sloot. Het terrein ter plaatse zal geleidelijk worden aangehoogd, terwijl voor afscheiding met den weg eene afrastering moet worden gemaakt, later door een heg te vervangen. Drogenapstoren, Reservoir. Het reservoir met toebehooren verkeerden in goeden staat. De waterstandsaanwijzer werkte vrij geregeld, doch nauwlettend toezicht blijft noodig. Buizennet, brandkranen en afsluiters. Het buizennet verkeerde in goeden staat, lekkages van eenige beteekenis kwamen niet voor. In de leidingen van den Jacob Damsingel en van den weg naar Laren werd water ingelaten, teneinde bij brand daarvan gebruik te kunnen maken. Aan het einde van de leiding in den weg naar Laren werd een spuikraan gemaakt. Daar nog weinig gebruik wordt gemaakt van het water der leiding in den straatweg naar Deventer was het noodig dat doode eind geregeld een paar keeren per week afte- spuien, teneinde voor behoorlijke verversching zorg te dragen. Overigens werd het buizennet geregeld afgespuid waar dit noodig was.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1906 | | pagina 198