Bijlage B. 38 Bijlage VII. RAPPORT betreffende den melkverkoop te Zutphen. Ten behoeve van het door ons in te stellen onderzoek naar de in deze gemeente bij particulieren en bakkers ten verkoop aangeboden melk, hadden wij ons als leiddraad eenige vragen gesteld, welke betreffen de plaats van her komst, de algemeene zindelijkheid, de wijze van bewaren van melk en de watervoorziening. Achtereenvolgens bezochten wij een aantal veehouders in deze gemeente, waarbij, wat hunne stallen betreft, meer in het bijzonder gelet werd op de inrichting en de rein heid daarvan. Bijna zonder uitzondering waren de koeien, waarvan de melk geleverd wordt, gestald in z.g. potstallen! De meeste dier stallen zijn te donker en onfrisch, er komt te weinig lucht en licht in. Het hoofdbezwaar er van is evenwel, dat de koeien er, vooral bij gebrek aan voldoend strooisel, voortdurend in hun eigen mest liggen. Dit, dikwijls in groote hoeveelheden als korsten aan het lichaam, den uier en de spenen opgedroogd vuil, valt bij het melken in den emmer, vooral wanneer niet, wat in den regel het geval is, de dieren en hunne uiers vooraf behoorlijk ge reinigd worden. Wel kan men uit de aldus verontreinigde melk, door haar een of meerdere malen te zeven, een deel der grove bestanddeelen verwijderen, maar het aantal schadelijke lagere organisme en andere ongerechtigheden, dat op die wijze in de melk achterblijft en haar°dus als voedingsmiddel minderwaardig maakt, levert een voort durend gevaar op voor de gezondheid der consumenten. Bijlage B. 39 Als bewaarplaatsen van de melk werden door ons, be halve enkele gunstige uitzonderingen, waarin de melk be waard werd in goed geluchte frissche melkkamers de meest verschillende Iocaliteiten aangetroffen. In portalen, in gangen en woonvertrekken wordt bij gebrek aan ruimte en aan een meer geschikte gelegenheid de melk tot het oogenblik der aflevering bewaard. Ja zelfs een enkele maal diende het slaapvertrek waarin een ge vulde en open emmer in de onmiddellijke nabijheid van een beslapen bed geplaatst was, tot bewaarplaats van melk. Wat betreft de watervoorziening, werd opgemerkt, dat voor het reinigen van het vaatwerk en de in de melkerij te gebruiken gereedschappen bijna uitsluitend pompwater wordt gebruikt. Aangezien de mogelijkheid bestaat, dat door dergelijk water, afkomstig uit een zeer verontreinigden bodem, niet alleen typhus-bacteriënmaar ook andere schadelijke be standdeelen in de melk geraken, zal dit bij voortduring een niet te onderschatten gevaar opleveren voor de gezond heid van den mensch. Men denke slechts aan de treurige ervaring dienaan gaande opgedaan in andere gemeenten, met name te Leiden, waar in 1901 door het gebruik van onzuiver water de melk besmet werd en dientengevolge een typhusepidemie ont stond, waarbij van de 76 typhuslijders 11 stierven. Ziet men de zorgvuldige wijze, waarop het vaatwerk, waarin de melk wordt afgeleverd, gereinigd en blank ge schuurd is, dan moet het ons verwonderen, dat de vee houders zich in den regel zoo weinig bewust zijn, dat de slordige en onzindelijke wijze, waarop de melk voor den

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1906 | | pagina 134