Bijlage B.
30
Nemen wij aan den laagsten stand, die in dezen zomer
aan de Peilschaal bij de Nieuwstadsbrug is waargenomen
overeenkomende met 5.60 M. -+- A.P., dan zou er, be
houdens een paar uitzonderingen, toch nog 0.30 a 0.50 M.
waterdiepte op alle plaatsen zijn aan te treffen, zoodat bij
normalen IJsselstand, en bij zuiveren staat van onderhoud
der Polbeek, er van geen storingen in den geregelden
waterafvoer behoeft sprake te zijn.
Uit het lengteprofiel, door den Gemeente-Architect op
zettelijk vervaardigd en ons welwillend ter inzage verstrekt,
blijkt o.a. het volgende:
De bodemdiepte v/d Buitengracht tusschen de Berkel
en de Nieuwstadsbrug 4 §8 A P
De bodemdiepte v/d Buitengracht tusschen
de Nieuwstadsbrug en de Spoorsloot 5.18
De bodemdiepte v/d Spoorsloot varieert5.18 tot 5.28
De bodemdiepte v/d Heiduiker in den Marsch-
polderdijk
De bodemdiepte v/d uitmonding van de
waterleiding b/d Poibeek 4 22
De bodemdiepte v/d Polbeek bij de Houten
brug3 27
De bodemdiepte v/d uitmonding van de Pol
beek bij den IJssel2.6Q
Onder de Doorlaatbrug in den spoorweg bevindt zich
een dorpel door tijdelijk aldaar neêrgeworpen grond en
steenen, die zal worden weggeruimd, terwijl op onge
veer 60 M. boven die brug zich een houten stuwschot
bevond, vermoedelijk bestemd om bij droge zomers het
grazend vee drinkwater te bezorgen.
Bijlage B.
31
Bij dit stuwschot was tijdens ons bezoek een verval van
0.11 M. te merken. Bij een later bezoek bleek die stuw-
inrichting reeds opgeruimd te zijn.
De Polbeek vonden wij dicht begroeid met rietgewas.
Van wege de gemeente Zutphen was men met kracht bezig,
dit voor den geregelden waterafvoer hinderlijke rietgewas
op te ruimen.
Wij mogen dus veilig aannemen, dat na deze ruiming
er een voldoende waterafvoer zijn zal, die nog te ver
beteren is door eenige verdieping van de Spoorsloot.
In hoever bij eventueele stadsuitbreiding meerdere riolen
op de Buitengracht of de Spoorsloot te brengen zijn, zonder
hygiënische misstanden in het leven te roepen, laten wij
vooralsnog buiten beschouwing.
Wij geven als ons gevoelen te kennen, dat de tegen
woordige toestand voorloopig geen gevaar voor de volks
gezondheid oplevert
dat de door de gemeente Zutphen ondernomen ruiming
van de Polbeek in de toekomst regelmatig zal moeten
herhaald worden, om eene duurzame verbetering van den
waterafvoer in stand te houden en
dat eenige uitdieping van de Spoorsloot ons wenschelijk
voorkomt, waartoe de medewerking van de Staatsspoorweg-
Maatschappij is in te roepen.
Verder vermeenen wij, dat door een geregeld en doel-
matig gebruik van de bestaande, overigens uitstekend in
gerichte spuimiddelen, er een voldoende waterverversching
van de Buitengracht is te onderhouden, waardoor bezink-
stoffen op voldoende wijze in zwevenden toestand zijn te
brengen en zoodoende, althans binnen afzienbaren tijd,