11 s
Hulpbank.
Deze Instelling staat onder toezicht van het Departe
ment Zutphen der Maatschappij tol Nut van 't Algemeen.
Het bestuur bestaat uit de heeren
G. J. Garsen, Voorz.
J. C. Goldenberg, Secr.
L. Albcrs, Th es.
Th. A. Goddard.
Mr. J B. Sölner.
W. H. Schukking.
Mr. M. Rom Colthoff.
Aan 164 personen werd een voorschot gegeven tot
een totaal bedrag van 20310,tegen 16930,in
1904.
De voorschotten bedroegen van f 15,tot f 2000,
Proiestantsche Inrichting van Weldadigheid.
Aan 46 gezinnen werd werk verschaft. Zij vervaar
digden uit 16900 K.G. ruw touw 11000 K.G. brecuw-
werk, waarvoor aan arbeidsloon werd uitbetaald 2457,63.
De collecte, bij inschrijving gehouden, bracht 1660,76J
op, waarvan 1/3 aan de Diakenen is ter hand gesteld,
om aan ouden van dagen en zieken gratis brood en
brandstoffen te verstrekken.
Diaconie der Evang. Luth. Gemeente.
De fmancieele toestand der Diaconie was even vol
doende 0111 in de behoeften der armen te kunnen
voorzien.
119
HOOFDSTUK XI.
Landbouw en Veeteelt.
Algemecne toestand.
De vruchtenteelt in deze gemeente, o a. de teelt van
bessen en aardbeien, was middelmatig; die der appels,
peren, frambozen en pruimen was goed; de perziken
waren slecht, wegens het ongunstige weder tijdens den
bloeitijd.
De tuinvruchtenzooals erwten, stamboonen, kool
(roode-, witte- en savoije), bloemkool en andijvie, waren
door de gunstige weersgesteldheid goed.
De voedergewassenzooals mangelwortelssuiker
bieten en koolrapen, waren goed, de stoppelknollen
zeer goed.
De wei- en hooilanden waren gedurende het geheele
jaar gunstig door voldoenden regen en warmte. De ie
en 2e snede van het hooi was goed. Door de droogte
werd geen schade aangericht. De huurprijs van het
hooi- en weiland was gelijk aan het vorige jaar. De
qualiteit van het hooi was zeer goed. Het vee ging
vroeg naar de weide en werd op tijd naar stal gebracht^
Het aantal beteelde hectaren winterrogge was grooter
dan in 1904; de qualiteit van het gewas beter, de op
brengst aan stroo eveneens. Kr werd meer haver ge
teeld; het gewas was middelmatig door de mindere
stroo opbrengst. De zwaarte bedroeg 49 K.G. per I I.L.
De verbouwde variëteiten waren Probsteijer, witte tros-
en gewone voerhaver.